-
oa Omstreden solidariteit
- Amsterdam University Press
- Source: Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, Volume 27, Issue 1, Mar 2011,
Abstract
Een bekende paradox in het onderzoek naar de maatschappelijke steun voor de verzorgingsstaat is de discrepantie tussen publieke opinie en beleid. Terwijl in veel landen de steun onder de bevolking voor de sociale voorzieningen onverminderd hoog is, voeren regeringen hervormingen door die de verzorgingsstaat minder genereus maken. In hun boek Omstreden solidariteit proberen de Rotterdamse sociologen Peter Achterberg, Romke van der Veen en Judith Raven deze paradox te verklaren. Hierbij maken zij deels gebruik van door anderen (met name het Sociaal en Cultureel Planbureau) verzameld datamateriaal en deels van een eigen survey naar opvattingen over de publieke voorzieningen dat zowel in 1995 als in 2006 is gehouden.In het eerste hoofdstuk zetten de auteurs terecht vraagtekens bij de gebruikelijke interpretatie van survey-resultaten over de steun voor de verzorgingsstaat. Als de steun onder de bevolking voor de verzorgingsstaat in twee verschillende jaren gelijk is, maar in de tussenliggende periode is die verzorgingsstaat soberder geworden, dan duidt dit niet per se op een spanning tussen publieke opinie en beleid. Immers, de steun in het laatste jaar heeft betrekking op een andere, soberder verzorgingsstaat dan in het eerste jaar. Constante steun voor de verzorgingsstaat kan dan dus evengoed worden geïnterpreteerd als steun voor de hervormingen die in de tussenliggende jaren hebben plaatsgevonden. De poging die de auteurs doen om deze interpretatie ook statistisch te onderbouwen door op basis van slechts tien waarnemingen de trend in de steun voor de verzorgingsstaat te corrigeren voor veranderingen in de collectieve bestedingen en de generositeit van de voorzieningen, vind ik overigens minder geslaagd.In de rest van het boek graven de auteurs dieper naar de factoren die de steun voor de verzorgingsstaat bepalen. Hun centrale boodschap is dat het niet zo zinvol is om over ‘de’ steun voor ‘de’ verzorgingsstaat in algemene zin te spreken. Het gaat om verschillende soorten steun voor verschillende voorzieningen voor verschillende groepen en er is geen reden bij voorbaat uit te gaan van één onderliggend concept.Zo kunnen de hervormingen van de verzorgingsstaat in de afgelopen decennia niet simpelweg als versobering (retrenchment) worden gekarakteriseerd. In wezen gaat het om herzieningen ten aanzien van twee verschillende aspecten van de verzorgingsstaat, die de auteurs met respectievelijk verdelende rechtvaardigheid en wederkerigheid aanduiden. Het eerste aspect betreft de vraag: wie heeft recht op wat? Daarbij gaat het zowel om de generositeit van voorzieningen (zoals de hoogte van de uitkeringen) als om de selectiviteit (op welke groepen richten de voorzieningen zich?). Het tweede aspect betreft de eisen die aan de ontvangers van een voorziening worden gesteld, zoals de plicht om actief naar werk te zoeken of voor een uitkering een tegenprestatie te leveren. In het algemeen zijn Nederlanders geen voorstander van grote veranderingen in het eerste aspect (verdelende rechtvaardigheid), maar wel van een grotere nadruk op wederkerigheid. En dat komt aardig overeen met de richting waarin de sociale zekerheid in het recente verleden is hervormd, zo stellen Achterberg c.s. Op dit punt lijken de auteurs echter wat te gemakkelijk voorbij te gaan aan het feit dat de sociale uitkeringen in Nederland ook aanzienlijk soberder en selectiever zijn geworden: het gemiddelde uitkeringsniveau is gedaald en de toegang tot voorzieningen (denk aan de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de bijstand) is beperkt. Dit lijkt toch niet in overeenstemming met de dominante opvatting onder de bevolking.In andere hoofdstukken van dit interessante boek wordt onder meer ingegaan op de vraag welke persoonsfactoren van invloed zijn op iemands opvattingen over de verzorgingsstaat en op de vraag aan welke groepen men steun wil verlenen. De steun voor verdelende rechtvaardigheid hangt nauw samen met de sociaaleconomische positie van de respondent, maar steun voor wederkerigheid wordt vooral bepaald door het culturele kapitaal waarover men beschikt. Aan wie men via de verzorgingsstaat steun wil verlenen, is primair afhankelijk van de mate van deservingness van de ontvanger: zieken en zwakken scoren hierop hoog, maar etnische minderheden, illegale buitenlanders en asielzoekers laag.Omstreden solidariteit levert een belangrijke vernieuwende bijdrage aan het onderzoek naar het publieke draagvlak voor de verzorgingsstaat. Het beantwoordt zeker niet alle openstaande vragen op dit terrein. Zo gaat het voorbij aan de vraag of de hervormingen van de verzorgingsstaat op hun beurt ook weer van invloed zijn op de publieke opinie. Maar het biedt een uitstekende basis voor een meer genuanceerde benadering van de vermeende kloof tussen burgers en politiek.