
Full text loading...
In het jaar 653 werd Paus Martinus I (r. 649-654) opgepakt in Rome omdat hij het monotheletisme veroordeeld had. Ondanks een keizerlijk verbod op discussie over dit onderwerp had de paus deze christelijke leer veroordeeld op het Lateraans Concilie van 649. De zestigjarige Martinus arriveerde na een ruwe zeereis als een gebroken man in Constantinopel. Desondanks werden zijn woorden in de rechtszaal beschreven als vlammende werpmessen van de Heilige Geest. Deze Heilige Geest komt vaak terug in de retoriek rond het monotheletisme en het tumultueuze leven van Martinus. Waarom wordt dit onderdeel van de drie-eenheid zo specifiek aangehaald in dit zevende-eeuwse christologische debat?