
Full text loading...
De auteur gaat in op de actuele rechtspraak betreffende het ‘vergeten testament’ en het ‘concepttestament met rechtsgevolg’. Heeft de erflater met het testament enkel de verhoudingen willen regelen die bestonden ten tijde van het opmaken daarvan, en niet de nieuw ontstane situatie? Alsdan zou het testament met art. 4:46 BW terzijde kunnen worden geschoven en het versterferfrecht de vererving bepalen. Is de erfrechtelijke wil niet veranderd, maar de omstandigheden wel dan kan, zo stelt Schols, een nieuw testament met de zelfde inhoud, gewenst zijn: het bevestigingstestament.
Een conceptestament kan er toe leiden dat de rechter op basis van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 BW) erfrechtelijk ingrijpt. Voorkomen moet worden dat een concepttestament een eigen juridisch leven gaat leiden. Notarissen zullen nog meer aandacht hebben voor het verstuurde concept en de concept-testateur die zal, als de eerder in concept geuite erfrechtelijke wil niet meer gewild is, bij voorkeur het concept erfrechtelijk annuleren.