-
oa Onbenut arbeidspotentieel en eigen perceptie maatschappelijke positie
- Amsterdam University Press
- Source: Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, Volume 34, Issue 1, Mar 2018,
Abstract
Het overheidsbeleid richt zich op het verhogen van de arbeidsdeelname. Daarvoor is het van belang te weten hoeveel arbeidspotentieel er bestaat onder mensen die niet werken en dan gaat de aandacht in eerste instantie veelal uit naar werklozen. Hieronder worden, volgens de criteria van de International Labour Organization (ILO), niet-werkenden verstaan die recent naar werk hebben gezocht én direct beschikbaar zijn voor werk. In het algemeen wordt aangenomen dat werklozen – van alle mensen zonder werk – de sterkste binding met de arbeidsmarkt hebben. Maar mensen zonder werk die niet voldoen aan de ILO-criteria voor werkloosheid, kunnen toch dicht bij de arbeidsmarkt staan. Zo zijn er niet-werkenden die recent naar werk hebben gezocht maar niet direct beschikbaar zijn én ook niet-werkenden die niet recent hebben gezocht maar wel direct beschikbaar zijn. Internationaal worden beide groepen ook wel omschreven als de potentieel additionele beroepsbevolking (Eurostat, 2017). Het CBS rekent hen samen met de werklozen tot het onbenut arbeidspotentieel zonder werk (CBS, 2017; Bierings, 2016; Souren & Van Thor, 2018).