-
oa Leren en ontwikkelen
- Amsterdam University Press
- Source: Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, Volume 34, Issue 3, Sep 2018,
- Previous Article
- Table of Contents
- Next Article
Abstract
Onder invloed van internationalisering en automatisering veranderen de eisen die werkgevers stellen aan werkenden. Investeren in menselijk kapitaal is een must om bij te blijven en nieuwe vaardigeden te verwerven. Er wordt in Nederland dan ook al best veel geleerd gedurende de loopbaan, zowel op formele als op informele wijze. Ruim de helft (54%) van de werkenden gaf in 2017 aan een werkgerelateerde cursus of training te hebben gevolgd (Fouarge et al., 2018). Het gaat overigens vaak om korte cursussen: slechts 24% van de gevolgde cursussen nam meer dat 40 uur in totaal in beslag. Daarnaast besteden werkenden 24% van hun werktijd aan taken waarvan zij kunnen leren. Uiteraard zijn deze cijfers gemiddelden en varieert de mate waarin men zich op formele en informele wijze schoolt tussen verschillende groepen werkenden. Zo blijken laagopgeleiden en ouderen achter te blijven op zowel formele als informele scholing en blijven mensen met een tijdelijk contract achter op formele scholing. De reden voor het achterblijven van scholing verschilt al naar gelang de achtergrondkenmerken van werkenden (Künn-Nelen et al., 2018). Voor de ene groep (laagopgeleiden) zijn de belemmeringen voor scholing vooral gerelateerd aan kenmerken van de werkenden zelf. Voor de andere groep (werkenden met een tijdelijk contract) hebben de belemmeringen vooral te maken met de vraagzijde van de arbeidsmarkt. De manier waarop scholing voor specifieke groepen werkenden gestimuleerd zou moeten worden, staat momenteel nog ter discussie.