-
oa Ongelijkheid en verschillen in intrinsieke en extrinsieke arbeidsmotivatie
- Amsterdam University Press
- Source: Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, Volume 34, Issue 2, jun. 2018,
Samenvatting
Het onderhavige artikel onderzoekt in hoeverre er verschillen bestaan in intrinsieke en extrinsieke arbeidsmotivatie naar functieniveau, opleidingsniveau, inkomen en arbeidszekerheid. Startpunt is het uit ouder onderzoek bekende resultaat dat mensen met een betere positie op de arbeidsmarkt meer intrinsiek en mensen met een minder goede positie meer extrinsiek zijn gemotiveerd. Op basis van theorieën van intrinsieke en extrinsieke motivatie werken we hypothesen uit waarin we poneren dat grotere autonomie en ontwikkelingsmogelijkheden leiden tot een sterkere intrinsieke, en geldzorgen en werkonzekerheid tot een grotere extrinsieke motivatie. We toetsen de hypothesen op de werknemers in de ESS 2010. Verschillen in intrinsieke motivatie worden sterk bepaald door functieniveau, opleidingsniveau en arbeidszekerheid, maar niet door financiële positie. Verschillen in extrinsieke motivatie zijn, met uitzondering van geldzorgen, moeilijker te herleiden tot verschillen in ongelijkheid. We onderzoeken vervolgens of de verschillende dimensies extrinsieke en intrinsieke oriëntatie te herleiden zijn tot één dimensie, oriëntatie op een goede baan, en vinden daarvoor steun in de data. Oriëntatie op een goede baan laat geen sterke samenhang met ongelijkheid zien. We concluderen dat de tot ongelijkheid te herleiden verschillen in intrinsieke en extrinsieke motivatie zijn vervaagd en plaats hebben gemaakt voor een minder aan ongelijkheid gerelateerde oriëntatie op een goede baan.