- Home
- A-Z Publicaties
- KWALON
- Previous Issues
- Volume 14, Issue 2, 2009
KWALON - Volume 14, Issue 2, 2009
Volume 14, Issue 2, 2009
-
-
De woorden en de dingen
Door Fred WesterDe naam waarmee we de dingen aanduiden, is niet altijd dekkend voor wat we bedoelen.
-
-
-
Q-methodologie, een werkelijke mix van kwalitatief en kwantitatief onderzoek?
Auteurs: Susan Jedeloo & AnneLoes van StaaZie ook de bijdrage van Babette Kralendonk over commerciële toepassing van de Q-methode in de rubriek 'Commerciële onderzoekspraktijken' van dit nummer.
-
-
-
Tellen of snappen?
Door Edward GroenlandIn hun interessante artikel werpen de beide auteurs de vraag op of Q-methodologie als een mixed method-benadering moet worden opgevat (kwalitatieve en kwantitatieve benaderingen worden in verbondenheid, maar sequentieel gebruikt) of dat het hier gaat om een 'quali-quantologische' benadering. In het laatste geval stellen de auteurs het proces voor als één waarbij het kwalitatieve en het kwantitatieve zowel procedureel als conceptueel in elke stap van het onderzoeksproces zijn verweven. Er zijn argumenten om deze laatste benadering te verwerpen.
-
-
-
Q-methodologie in KWALON: vloeken in de kerk of preken voor eigen parochie?
Auteurs: Pepijn Roelofs & Chris KuiperRuim een jaar geleden zagen wij een aankondiging voor een cursus Q-methodologie. Geprikkeld door de enthousiaste verhalen van AnneLoes en Susan schreven we ons in. Het leek ons de ultieme test. Twee (relatieve) tegenpolen in de collegezaal: een voornamelijk kwantitatief onderzoeker zij aan zij met de kwalitatieve onderzoeker bij de cursus Q-methodologie. Even fraai kan het worden samen tweestemmig een reactie te schrijven op het artikel van dezelfde AnneLoes en Susan.
-
-
-
Dupliek
Auteurs: Susan Jedeloo & AnneLoes van StaaWij zijn blij met de reacties van de referenten op ons artikel 'Q-methodologie, een werkelijke mix van kwalitatief en kwantitatief onderzoek?'. Onze dupliek willen we graag starten met een metafoor over de waardering van de kleur grijs. Grijs roept heel verschillende reacties op. Een veelgehoord bezwaar tegen de kleur grijs is dat het een saaie, grauwe en middelmatige kleur is. Gelukkig voert niemand aan dat Q-methodologie niet interessant is. De referenten laten zien dat de Q-methodologie in staat is vogels van verschillend pluimage te prikkelen en zelfs te charmeren.
-
-
-
Een kritisch en interpretatief kader voor 'Q'
Door Christian BröerDe Q-methode is recentelijk bezig aan een opmars. Ook in Nederland maken er meer mensen gebruik van. Mijn eigen ervaringen zijn positief. In aansluiting op interpretatief werk kan Q een zinvolle aanvulling zijn. Zelf heb ik de benadering ingezet om een deel van mijn interpreterend verkregen bevindingen (Bröer, 2006) te toetsen (Kroesen & Bröer, 2009). Het bleek dat de factoren die wij met Q verkregen, leken op de discoursen die ik eerder had benoemd. Deze ervaring bracht ook twee problemen met 'Q' aan het licht: de selectie van de statements en de aannames over subjectiviteit zoals Q die construeert.
-
-
-
Synthese van kwalitatief onderzoek
Door Etienne Vermeire'Science is cumulative, and scientists must cumulate scientifically!'
-
-
-
Drempels, doorvragen en hard werken
Door Hans MoorsHet is wonderlijk hoe weinig bekend is over gewone dingen, zaken die we normaal vinden, dingen die lopen zoals ze bedoeld waren. Sociologen, historici, filosofen en antropologen hebben de nobele taak om die normaliteit in kaart te brengen. Doordringen in die gewone werkelijkheid is ingewikkeld. Het is een samenstel van materiële structuren, sociale verbanden en de versymbolisering daarvan in afhankelijkheidsrelaties tussen mensen, verpakt in een taligheid die door de tijd heen voortdurend aan verandering onderhevig is (Wittgenstein, 2001: 18).
-
-
-
De Q-methode in commercieel onderzoek
Door Babette KralendonkDe Q-methodologie vormde eind jaren negentig de basis van marktonderzoeksbureau Q-Research. Met de Q-methode kunnen subjectieve onderwerpen op een betrouwbare en gedetailleerde manier in beeld worden gebracht. De achterliggende gedachte van de methodiek is dat subjectieve beoordelingen het best onderzocht kunnen worden door ze tegen elkaar af te laten wegen. Hierdoor wordt informatie achterhaald over de relatieve perceptie van een participant.
-
-
-
Macht, prestatie, affiliatie. Wat beweegt topmanagers?
Door Hilde HamBedrijfskundige en psycholoog Damen had twee redenen om drijfveren en beweegredenen van topmanagers te onderzoeken. Allereerst is hij gefascineerd door hen. Hij vraagt zich af welke innerlijke drives zij hebben om die lonely at the top-functies te ambiëren. Ten tweede plaatst hij kanttekeningen bij de huidige managementmode waarin een overheersende rol is weggelegd voor competenties. Er is volgens hem te weinig aandacht voor motivatie.
-
-
-
Repliek
Door Ber DamenHilde Ham heeft een mooie, doordachte en op punten complimenteuze recensie geschreven over mijn proefschrift. Ik ben haar daarvoor veel dank verschuldigd. Al was het maar, omdat er in elk geval ten minste één lezer is die mijn proefschrift heeft gelezen, zelfs bestudeerd. Want daar doet een schrijver het uiteindelijk natuurlijk toch voor... hij wil gelezen worden.
-
-
-
Dupliek
Door Hilde HamDe repliek van Ber Damen is op diverse punten verhelderend. Graag wil ik nog reageren op het punt van de laagdrempeligheid van interviews voor (top)managers. De heer Damen koppelt laagdrempeligheid aan de kernactiviteit van praten en vertellen van de managers en 'het gemakkelijk in de loop van de dag inpassen' van een interview. De fundamentele rolwisseling tussen de manager en de (sociaalwetenschappelijke) interviewer tijdens het interview kan mijns inziens wellicht ook hoogdrempelig werken. De mate waarin hiervan sprake is hangt daarbij mede af van de capaciteiten en competenties van de interviewer. Sterker nog: als eenmaal medewerking is verkregen voor het interview, zou het inspelen en aansluiten op hun dagelijkse gewoontes van praten en vertellen vooral vanwege de gewenning contraproductief kunnen werken. De uitdaging is dan om de managers juist afstand te laten nemen van hun dagelijkse praktijk en hen te laten bezinnen, stilstaan en reflecteren. Mijn verwachting is dat topmanagers wellicht juist eerder voor een vragenlijst zouden kiezen, als zij vaker door de wol geverfde (sociaalwetenschappelijke) interviewers zouden tegenkomen. Een goed interview is hard werken!
-
-
-
Over kwalitatieve data-analyse valt nog veel te schrijven!
Door Jeanine EversEr verschijnen de laatste tijd veel boeken over analyse, al dan niet gekoppeld aan software (Bazeley, 2007; Boeije, 2005; Hardy & Bryman, 2004; Lewins & Silver, 2007; Wester & Peters, 2004). Daarnaast kent een boek als dat van Paul ten Have over conversatie-analyse (oorspronkelijk 1999, vijf herdrukken) inmiddels zijn 2e druk (2007).
-
-
-
De fundamentele bijdrage van feministisch onderzoek
Door Inge BleijenberghLaat ik deze recensie beginnen met een duidelijk standpunt: ik vind dat iedere methodoloog basiskennis zou moeten hebben van genderverhoudingen en andere vormen van sociale ordening. Met gender bedoel ik de sociale betekenis die in de samenleving wordt toegekend aan sekseverschillen. Een ordeningsprincipe dat grote consequenties heeft voor de ervaringen die mensen van kinds af aan opdoen, de wijze waarop ze benaderd worden en de verwachtingen die ze over zichzelf en anderen hebben, vergelijkbaar met klasse en etniciteit. Waarom die basiskennis nodig is? Omdat je anders fundamentele methodologische fouten kunt maken. Zo hoorde ik enkele jaren geleden een hoogleraar methodologie een onderzoek presenteren over de samenhang tussen opleidingsniveau en sociale status. De statistische analyses die het onderzoeksteam had uitgevoerd, waren afgeleid uit een groot databestand. In een noot stond te lezen dat uit het databestand een steekproef van louter mannen was getrokken, vanwege een hoger aantal missende waarden bij de vrouwelijke respondenten. De titel, de inleiding en conclusies suggereerden echter conclusies met algemene reikwijdte. De algemene geldigheid van deze conclusies was volgens mij onterecht en dat heb ik ook gezegd. Het is een statistisch gegeven dat vrouwen veel vaker onder hun opleidingsniveau (blijven) werken dan mannen. Getoetst aan de hand van een steekproef van louter mannelijke respondenten zou het verband tussen opleiding en status dus onterecht sterker kunnen lijken dan het feitelijk is. Het maakte mij duidelijk dat kennis over genderverhoudingen niet zo vanzelfsprekend is, als het zou moeten zijn. Overigens wil ik daarmee niet zeggen dat genderverhoudingen belangrijker zijn dan andere sociale verhoudingen. Juist de samenhang tussen gender, klasse, leeftijd, etnische afkomst en andere ordeningsprincipes is bepalend om sociale verhoudingen te begrijpen.
-
-
-
Patiëntendossiers als bron van historisch-sociologisch onderzoek
Door Karen MogendorffIn dit historisch-sociologische onderzoek draait het om de samenhang tussen sociale en psychische processen: in hoeverre hangen veranderingen in het psychische functioneren van individuele cliënten samen met maatschappelijke veranderingen? Catelijne Akkermans probeert deze samenhang te duiden aan de hand van vooral patiëntendossiers (individuele psychiatrische geschiedenissen) van de Amsterdamse GG & GD uit de periode 1933-1988. De gedachte die aan de basis staat van deze studie is ontleend aan Norbert Elias (1991) en Abram de Swaan (1990): de problemen die mensen met zichzelf en anderen ervaren, hangen samen met maatschappelijke verhoudingen. Biografie en geschiedenis grijpen in elkaar. Meer specifiek gaat het Akkermans in deze studie om de wisselwerking tussen psychische en sociale processen conceptueel te verhelderen en met waarneembare verschijnselen te verbinden (empirisch te funderen). Gaandeweg het onderzoek is daar nog een doelstelling bijgekomen: het verkennen van de mogelijkheden van patiëntendossiers als bron voor historisch-sociologisch onderzoek. Aan de hand van materiaal, methode, analyse en resultaten van Akkermans' studie ga ik in op de vraag in hoeverre Akkermans in haar opzet slaagt met de nadruk op patiëntendossiers als bron van historisch-sociologisch onderzoek.
-
-
-
Het derde Kwalitatief Sterk Symposium: Grounded Theory 40 jaar later
Auteurs: Hennie Boeije, Bouwine Carlier, Jeanine Evers & Floryt van WeselOp 24 maart hield Kwalitatief Sterk, het netwerk voor kwalitatief onderzoek in Vlaanderen, zijn derde jaarlijkse symposium in Antwerpen. Fred Wester, Radboud Universiteit Nijmegen, opende het symposium met een plenaire lezing over de gefundeerde theoriebenadering en wat daar veertig jaar na het baanbrekende boek van Glaser en Strauss van over is. Daarna waren er twee rondes met vier workshops zodat elke deelnemer aan twee workshops kon deelnemen. De vier workshops, waarvan wij de eerste drie konden bijwonen, waren:
-
-
-
KWALON is ingelinked
Door Friso CoumouHet Platform Kwalon gaat Web 2.0-toepassingen inzetten ter ondersteuning van het netwerk van kwalitatief onderzoekers. Onderdeel hiervan is een nieuw opgerichte Kwalon-groep op LinkedIn.
-
Volumes & issues
-
Volume 29 (2024)
-
Volume 28 (2023)
-
Volume 27 (2022)
-
Volume 26 (2021)
-
Volume 25 (2020)
-
Volume 24 (2019)
-
Volume 23 (2018)
-
Volume 22 (2017)
-
Volume 21 (2016)
-
Volume 20 (2015)
-
Volume 19 (2014)
-
Volume 18 (2013)
-
Volume 17 (2012)
-
Volume 16 (2011)
-
Volume 15 (2010)
-
Volume 14 (2009)
-
Volume 13 (2008)
-
Volume 12 (2007)
-
Volume 11 (2006)
-
Volume 10 (2005)
-
Volume 9 (2004)