- Home
- A-Z Publications
- KWALON
- Previous Issues
- Volume 18, Issue 3, 2013
KWALON - Volume 18, Issue 3, 2013
Volume 18, Issue 3, 2013
-
-
Tussen Scylla en Charybdis; de relatieve autonomie van methodologie
By Adri SmalingEditorialEditorial
This editorial offers an introduction to the current issue.
-
-
-
De rationale achter de opbouw van het boek Wetenschapsfilosofie voor kwalitatief onderzoek
More LessEssay, debate and dialogue The rationale behind the book Wetenschapsfilosofie voor kwalitatief onderzoekEssay, debate and dialogue The rationale behind the book Wetenschapsfilosofie voor kwalitatief onderzoek
Discussion on the role of the philosophy of science for qualitative research on the basis of Wetenschapsfilosofie voor kwalitatief onderzoek (2012, Den Haag: Boom Lemma uitgevers).
-
-
-
Een ambitieus en informatief boek dat wellicht te dun is
More LessR. Bosch, Wetenschapsfilosofie voor kwalitatief onderzoek. Den Haag: Boom Lemma uitgevers, 2012, 107 pp., ISBN 978-90-5931-906-6, € 23,50.
-
-
-
Repliek
More LessJeroen van Andel heeft een recensie geschreven waarvan ik eigenlijk alleen kon dromen. In de tijd dat ik mijn wetenschapsfilosofische ideeën ontwikkelde, kwam ik veel onbegrip tegen, wat naar mijn mening vooral het gevolg was van een gebrek aan de bereidheid tot een open, eerlijke en verantwoordelijke houding naar het bedrijven van wetenschap toe. De zeer correcte weergave van de inhoud van mijn boek door Van Andel toont aan dat hij wél bereid is geweest zich open te stellen voor mijn argumenten, en dat hij ze vanuit een eerlijk en verantwoordelijk perspectief heeft willen beoordelen.Het is natuurlijk erg fijn dat Van Andel vindt dat mijn boek veel te bieden heeft en dat het heldere, leerzame en overtuigende argumenten bevat. Wat wil je als auteur nog meer? Maar wat ik ook mooi vind aan de recensie van Van Andel is dat ik het eigenlijk eens ben met zijn algemene punt van kritiek. In het boek probeer ik misschien te veel voor elkaar te krijgen in te weinig pagina’s. Aan de ene kant is het een algemeen boek over wetenschapsfilosofie, aan de andere kant gaat het over de achtergronden van kwalitatief onderzoek. Van Andels opmerkingen dat het boek lijkt te streven naar nieuwe paradigma’s en dat het van tijd tot tijd wat weg heeft van een anthologie, vind ik ook mooi. Die verschillende functies van het boek zijn inderdaad niet helemaal goed in balans. Ook ik hoop dat ik dit in de toekomst een keer zal kunnen corrigeren.
-
-
-
Dupliek
More LessReinoud Bosch lijkt, blijkens zijn repliek, erg content te zijn met mijn recensie. Dit is goed om te lezen en zou wellicht een dupliek overbodig maken. We zijn het immers in hoge mate met elkaar eens. Toch waren er een paar zinnen in de repliek van Bosch die mij deden besluiten om een dupliek te schrijven. In zijn repliek schrijft Bosch (cursivering mijnerzijds):
-
-
-
Zoeken naar de wetenschapsfilosofie van kwalitatief onderzoek
More LessIk kan me helemaal vinden in de titel die Jeroen van Andel geeft aan zijn recensie van het boek van Reinoud Bosch, Wetenschapsfilosofie voor kwalitatief onderzoek. Het boek is inderdaad een zeer informatieve en tegelijk beknopte inleiding in wetenschapsfilosofische achtergronden van kwalitatief onderzoek. Het boek is ambitieus, omdat Bosch met een eigen fundament komt voor kwalitatief onderzoek. Van Andel is lovend in zijn recensie met als enige kritische kanttekening dat de invalshoek van het boek onduidelijk blijft: is het een filosofisch werk, een toelichting op achtergronden van kwalitatief onderzoek of een anthologie? Dat laatste is het boek van Bosch volgens mij zeker niet, terwijl het tweede van toepassing lijkt. Hoewel ook ik Bosch’ boek met rode oortjes heb gelezen, zijn er zeker meer kanttekeningen bij te plaatsen dan die ene van Van Andel. Ik noem er hier drie.
-
-
-
Reactie op Smaling, De Boer en Van Andel
More LessIn zijn redactioneel onderkent Smaling het belang van kennis van wetenschapsfilosofie voor kwalitatieve onderzoekers. Daar kan ik mij goed in vinden. Maar volgens Smaling beweeg ik mij dicht in de buurt van de volgende stellingname:
-
-
-
Fenomenografie
Authors: Erik Jan van Rossum & Rebecca HamerPhenomenography: describing the world from a second order perspectivePhenomenography: describing the world from a second order perspective
In the 1970s a Swedish group of educational phenomena researchers developed a new methodology to access individuals’ perceptions of various concepts in learning. This approach, phenomenography, focused on collecting sets of hierarchically related conceptions of a variety of concepts, so-called categories of description through empathic qualitative analysis of interviews or in our case written responses. The categories of description provide an access to the world as it is perceived by the researched, the second order perspective. Using research into learning and teaching conceptions (Van Rossum & Hamer, 2010), the characteristics of the methodology, the data collection through a phenomenographic interview or email conversation as well as the outcomes are illustrated. Two commonly used analysis approaches, the pool of meanings (Marton, 1986) as well as the whole of transcript approach (Bowden & Green, 2007), are discussed and multiple common measures of reliability and validity are presented. Finally the phenomenographic method is compared to phenomenology and grounded theory approach.
-
-
-
Eén familie, twee landen, twee onderzoekers
Authors: Miranda Poeze & Ernestina DankyiOne family, two countries, two researchers. Experiences with a simultaneous matched sample methodologyOne family, two countries, two researchers. Experiences with a simultaneous matched sample methodology
A simultaneous matched sample (SMS) methodology allows two researchers in two different locations to observe the effect of human embedding in transnational social relations The exchange of field notes provided significant advantages to the research. In particular, it revealed the dynamics of social relationsBeing on two different sides of the transnational family network and the continuous exchange of field notes provided the advantage that the researchers were able to observer the simultaneity, as it allowed them to immediately follow up on events on both sides. The exchange helped the contextualising of data and of the other side, and to discuss field notes and reflect on them. Researchers working with a multi-sited research approach, like the SMS methodology, should be careful in publishing information of the other side, as this may have important consequences for the relation dynamics-mutual trust.
-
-
-
Klinkende meerstemmige verhalen
Authors: Monique Bussmann, Chris Kuiper & Alexander MaasSounding polyphonic stories: what can be learned about the HR policy of elderly care organizations?Sounding polyphonic stories: what can be learned about the HR policy of elderly care organizations?
In the Netherlands, future staffing of elderly care will demand a big effort and a lot of creativity of health care organizations and the government. In this study an unconventional qualitative, narrative methodology is applied to throw a new light on the significance having a job and working in elderly care has for health care professionals and to use this as a source of inspiration for labour market policy makers. The methodology is rather unconventional because it not only focuses on the lingual content of the stories, but also includes other significant aspects of storytelling (e.g., voice and sound). Therefore musical work forms (e.g., music listening and singing) are used additionally.In the first phase of data collection stories of care professionals about the intertwining of their lifeline and career have been collected. In the second phase HR professionals listened to the stories told by the care professionals and used them as a source of inspiration for HR policy innovation. This article treats the theoretical domains underlying this study and the methodology of the first stage of data collection, the storytelling phase. Later on the methodology of the listening phase and the analysis methods will be described.
-
-
-
Een nieuwe loot aan de boom van toegepast onderzoek
More LessBook reviewBook review
In this contribution the author reviews Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals by R. de Lange, H. Schuman and N. Montesano Montessori.
-
-
-
Repliek
Authors: Rob de Lange, Hans Schuman & Nicolina Montesano MontessoriAllereerst willen we opmerken dat het ons goed doet dat het boek goed (en kritisch) gelezen wordt, zoals nu door Ronald Hoekstra. We vinden het ook een uitstekend idee van KWALON om op deze manier de discussie over praktijkgericht onderzoek te stimuleren. Het stimuleren van de dialoog over praktijkgericht onderzoek was voor ons een van de belangrijke redenen om het boek te schrijven.We beginnen bij het eind, waar Hoekstra verzucht: ‘Laten we (...) gewoon van “toegepast onderzoek” (...) spreken.’ In toenemende mate wordt er in kringen van reflectieve professionals gesproken van praktijkgericht onderzoek en met goede redenen. Ook de HBO-raad pleit expliciet voor het gebruik van de term praktijkgericht onderzoek. Meer dan de inmiddels wat sleetse term ‘toegepast onderzoek’ geeft die benaming aan dat de professionele praktijk het uitgangspunt én richtpunt is van dit onderzoek. De methodologische logica op zichzelf is niet anders dan die van andere ‘soorten’ wetenschappelijk onderzoek, alleen deze principiële oriëntatie, deze inbedding, is kenmerkend en onderscheidend. En daarmee wordt het ook een belangrijke identiteitsbepaler van hogescholen, waar zich thans in rap tempo een onderzoekstraditie vestigt met een eigen gezicht, die geen aftreksel wil zijn van wat er op universiteiten gebeurt, maar zelfbewust een eigen niche definieert. De term ‘toegepast onderzoek’ past bij een andere traditie, waarbij we – terzijde – voorstanders van deze benaming graag uitdagen om aan te geven wat er nu eigenlijk op wat wordt toegepast. Onderzoek ‘toegepast’ op de praktijk? Maar dat is nu juist het soort dichotomie waar we vanaf willen.Dan de kwestie van de paradigma’s en het standpunt dat praktijkgericht onderzoek vooral zal plaatsvinden vanuit het interpretatieve en/of emancipatorische paradigma. We wilden ons daarmee niet bekennen tot één richting onder uitsluiting van andere. We willen in die zin uitdrukkelijk pluralistisch zijn. Het boek legt daar ook uitgebreid getuigenis van af. Naast de interpretatieve, kwalitatieve benadering wordt er uitgebreid aandacht besteed aan bijvoorbeeld positivistische, kwantitatieve benaderingen. Er wordt relatief veel plaats ingeruimd voor kwantitatieve analyse en statistische technieken. Het boek omvat een uitgebreide discussie over dit onderwerp, laat argumenten zien van voor- en nadelen van evidence-based praktijkonderzoek, introduceert de term practice-based evidence en presenteert de effectladder van Van Yperen (p. 146-148) als een graduele tussenweg in deze discussie en een zinvol instrument om haalbare effecten vast te stellen en te meten. Dus wij delen niet de opvatting dat het positivistische paradigma er bekaaid af komt, integendeel. Maar wie zich de werkelijkheid van de professional in zijn dagelijkse praktijk tracht voor te stellen – met name in de praktijk van onderwijs, zorg, hulp- en dienstverlening en dergelijke, een belangrijk referentiekader voor deze auteurs en hun studenten – begrijpt dat in de meeste situaties de interpretatieve/emancipatorische benadering het meest voor de hand ligt. Daar zal het vaak gaan om de persoonlijke interactie met leerlingen, cliënten of collega’s en ligt een empirisch-analytische toetsing van de nulhypothese minder voor de hand. Maar we sluiten die ook weer niet voor eens en voor altijd uit. Omgekeerd pleiten wij ervoor dat praktijkgerichte onderzoekers die menen te moeten kiezen voor een positivistisch paradigma die keuze evenzeer verantwoorden.Opmerkelijk is dat Hoekstra’s werkervaring op de universiteit hem doet besluiten dat het boek te hoog gegrepen zou zijn voor studenten van het hbo. Dat is niet onze ervaring. In de evaluaties die wij hebben gehouden, blijkt dat het boek hogelijk gewaardeerd wordt door deze doelgroep en door hun docenten. ‘De student’ die ons voor ogen stond bij het schrijven (en die wij ook uit eigen ervaring jarenlang kennen) is de hbo-masterstudent. Dat zijn bijna allemaal mensen die al enige jaren in de praktijk werkzaam zijn en die een bacheloropleiding hebben afgerond. Bij de Hogeschool Utrecht wordt het boek bijvoorbeeld gebruikt in de masteropleiding Leren en Innoveren, de reguliere masteropleidingen en bij de Leergang van de Academische Opleidingsscholen. Studenten en docenten werken er met veel plezier mee en geven aan er goed mee uit de voeten te kunnen.Een punt van onderlinge discussie voor ons was wel of we moesten beginnen met een – inderdaad wat theoretische – relatief uitgebreide uiteenzetting van de verschillende paradigma’s die in het sociaalwetenschappelijk onderzoek opgeld doen. Enerzijds waren we bang dat de student die het boek van voor naar achter als studieboek zou gaan doorlezen hierdoor mogelijk ontmoedigd zou raken. Anderzijds is er de logische noodzaak om de verschillende onderzoeksstrategieën en -methoden van meet af aan uit te bouwen vanuit hun diepere filosofische wortels waarnaar regelmatig terugverwezen kan worden. We zijn van mening dat er voor het onderwijs in methoden en technieken van onderzoek voor het hbo te veel how-to, hands-on boeken bestaan, die aan die diepere gelaagdheid voorbijgaan en daarmee uiteindelijk hun lezers geen dienst bewijzen. Het doet denken aan het door Rang gemunte concept uitsluiting door participatie. We hebben getracht dit ‘dilemma’ te ondervangen door in de inleiding aan te geven dat het boek goed als naslagwerk te gebruiken is en niet per se van kaft tot kaft doorgewerkt dient te worden. De begeleidende docent kan daarin een gidsende rol spelen.We nemen Hoekstra’s opmerkingen over de doorwerking van onderzoek ter harte. We zouden ons ervan af kunnen maken door te wijzen op het gegeven dat in veel van de door ons besproken onderzoeksstrategieën, zoals met name bij actieonderzoek en ontwerponderzoek, deze ‘doorwerking’ een inherent en onontkoombaar onderdeel is van het proces. Bij onze bespreking van actieonderzoek wordt expliciet ingegaan op veranderingsprocessen en de aspecten die daarin belemmerend dan wel faciliterend kunnen werken. Bij praktijkgericht onderzoek en de reflectieve professional zoals wij die voor ogen hebben, vormen praktijk, onderzoek, evaluatie, ontwikkelen, innovatie en feedback van de betrokkenen één geheel. Misschien is het juist inherent aan ‘toegepast onderzoek’ dat onderzoeker en onderzochte gescheiden zijn, verschillende belangen vertegenwoordigen en derhalve betrekkelijk weinig boodschap hebben aan elkaar. Maar ook voor ons kan het geen kwaad om nog eens goed te kijken naar wat Hoekstra ‘doorwerking’ noemt.Het is in zekere zin wel jammer dat Hoekstra zo kapitaliseert op het positivisme en toegepast onderzoek. Relevanter in onze ogen zijn de vele schakeringen die in het boek zijn aangebracht, zoals de wisselwerking tussen de regulatieve en de empirische cyclus, de mogelijkheid om in een onderzoek je niet alleen te richten op wat observeerbaar is, maar ook op wat zich onder het zichtbare niveau afspeelt en de behandeling van de keuzes die de onderzoeker moet maken en verantwoorden om tot een eenduidig, voorlopig ontwerponderzoek te komen. Dan hebben we het nog niet over de bespreking van de ethische kanten van praktijkonderzoek en de verschillende rollen die de onderzoekers in dit verband dienen te spelen.In elk geval zijn we erkentelijk voor de kritische bespreking van ons werk. We werken aan een nieuwe druk en kunnen elk serieus commentaar goed gebruiken.
-
-
-
Dupliek
More LessHoewel ik persoonlijk geen voorstander ben van een dupliek op een repliek, omdat het aan de lezer is om zich een oordeel te vormen, reageer ik op verzoek van de redactie toch nog kort. Het doet me deugt dat de auteurs de moeite nemen om uitgebreid te reageren. Dat is goed voor het voortdurende kritische debat dat onderzoekers met elkaar moeten voeren. Dat helpt het vakgebied vooruit. En met dat vakgebied bedoel ik alle onderzoekers die werkzaam zijn op de verschillende kennisinstituten in dit land. Ik ben van mening dat onderzoekers van verschillend pluimage meer kennis zouden moeten delen om het totale leereffect van onderzoek te vergroten. Het meer algemene doel is dan om zo effectief en efficiënt mogelijk gebruik te maken van de ‘kennisfunctie’ in de maatschappij. De auteurs geven in hun repliek aan dat de hogescholen zelfbewust een eigen niche definiëren. Dat laten ze onder meer zien door de term praktijkgericht onderzoek te gebruiken in plaats van de term toegepast onderzoek. Ik hoop niet dat de zelfbewuste koers van de hogescholen drempels opwerpt om van elkaar te leren. Dat zou ten koste gaan van het leereffect en daarmee ook ten koste gaan van het nut van onderzoek. En dat is voor alle onderzoekers gelijk, namelijk het bieden van theoretische of praktische kennis om een klein stukje van de wereld een klein stukje beter te maken.
-
-
-
Ethiek in en van kwalitatief onderzoek
More LessBook reviewBook review
In this contribution the author reviews Ethics in qualitative research by T. Miller, M. Birch, M. Mauthner and J. Jessop.
-
-
-
Alledaagse details tot de sociologische verbeelding laten spreken
By Floor BastenBook reviewBook review
In this contribution the author reviews Qualitative inquiry in everyday life by S. Brinkmann.
-
-
-
Ninth International Congress of Qualitative Inquiry
By Minne BakkerNewsNews
The section News gives an overview of current events.
-
-
-
Oproep voor scriptieprijs 2012/2013
Voor de Scriptieprijs 2012/2013 kunnen scripties meedingen van auteurs die zijn afgestudeerd tussen 1 januari 2011 en 31 december 2013.
-
Volumes & issues
-
Volume 29 (2024)
-
Volume 28 (2023)
-
Volume 27 (2022)
-
Volume 26 (2021)
-
Volume 25 (2020)
-
Volume 24 (2019)
-
Volume 23 (2018)
-
Volume 22 (2017)
-
Volume 21 (2016)
-
Volume 20 (2015)
-
Volume 19 (2014)
-
Volume 18 (2013)
-
Volume 17 (2012)
-
Volume 16 (2011)
-
Volume 15 (2010)
-
Volume 14 (2009)
-
Volume 13 (2008)
-
Volume 12 (2007)
-
Volume 11 (2006)
-
Volume 10 (2005)
-
Volume 9 (2004)