- Home
- A-Z Publicaties
- KWALON
- Previous Issues
- Volume 9, Issue 3, 2004
KWALON - Volume 9, Issue 3, 2004
Volume 9, Issue 3, 2004
-
-
Apen observeren
Door Frank van GemertJaarlijks bezoek ik een conferentie van onderzoekers die zich bezighouden met onderzoek naar gangs ofwel jeugdbendes. Dit gezelschap groeit, maar een vaste kern van ongeveer twintig personen is bij vrijwel alle bijeenkomsten aanwezig geweest. De helft van deze twintig personen wordt gevormd door academici uit Amerika. Inmiddels ken ik deze Amerikanen vrij goed en ik verkeer met de meeste van hen op voet van vriendschap.
-
-
-
Conceptualisering in de Grounded Theory aanpak
Door Paul ten HaveA grounded theory is one that is inductively derived from the study of the phenomenon it represents. That is, it is discovered, developed, and provisionally verified through systematic data collection and analysis of data pertaining to the phenomenon. Therefore, data collection, analysis, and theory stand in reciprocal relationship with each other. One does not begin with a theory, then prove it. Rather, one begins with an area of study and what is relevant to that area is allowed to emerge. Strauss & Corbin, 1990: 23
-
-
-
Begrijpelijkheid en empirisme in de GT-benadering
Door Fred WesterIk vind in de bijdrage van Paul ten Have de dubbelzinnigheid in de GT-benadering en de ruzie van Glaser met Strauss helder samengevat.
-
-
-
Dubbelzinnigheid of creatieve spanning in de GT-benadering?
Door Adri SmalingTen Have kenschetst de historische positie die Barney Glaser & Anselm Strauss (1967) innemen zeer treffend als een dubbele polemiek. Enerzijds verwerpen zij de in hun tijd gebruikelijke, meestal kwantitatieve hypothetico-deductieve benadering van wetenschappelijk verklaren. Hierin is de vraag hoe de te toetsen hypothese of theorie eigenlijk is ontstaan, niet aan de orde. Zij verkiezen daarentegen het verzamelde onderzoeksmateriaal als uitgangspunt te nemen voor het vormen van wetenschappelijke kennis ('inductivisme'). Anderzijds wijzen zij een tegenovergestelde, theorieloze werkwijze, toentertijd nogal gebruikelijk in kwalitatief onderzoek, evenzeer af: anecdotisme, idiografische interpretatie of loutere beschrijving. Daarom stellen zij een methodologie voor om uitgaande van het onderzoeksmateriaal tot de ontwikkeling van een theorie te komen: de gefundeerde theoriebenadering (Grounded Theory of GT-benadering). Aldus pogen zij beide kwaden te vermijden.
-
-
-
Op zoek naar Turkse illegalen
Door Richard StaringIn mijn dissertatie Reizen onder regie (Staring 2001) beschrijf ik een categorie vreemdelingen waar veel over wordt gedebatteerd en geschreven, maar die meestal buiten wetenschappelijke beschouwingen en trendstudies over migranten valt. Dat is het geval omdat het deze vreemdelingen aan geldige verblijfsdocumenten ontbreekt, ze normaliter niet bij lokale overheden geregistreerd staan en daarmee op papier niet bestaan. In Reizen onder regie tracht ik antwoorden te formuleren op onderzoeksvragen naar de overkomst en incorporatie van illegaal in Nederland woonachtige Turkse migranten of toeristen (turistler, enkelvoud turist), zoals ze door hun landgenoten worden genoemd.
-
-
-
Follow-up studie van cocaïnegebruikers na zes jaar: het relaas van een moeizame zoektocht
Auteurs: Sarah Slock & Tom DecorteIn dit artikel behandelen we een belangrijk dilemma waarmee onderzoekers worden geconfronteerd tijdens het uitvoeren van een follow-up onderzoek. De wetenschappelijke betrouwbaarheid bij longitudinaal onderzoek hangt in grote mate af van een laag uitvalpercentage. Maar hoe vind je respondenten na zes jaar terug? Vanuit de eigen praktijkervaring wordt de moeizame zoektocht beschreven.
-
-
-
Discoursanalyse in de praktijk
Door Harry van den BergDeze bijdrage is een vervolg op het theoretisch overzicht over discoursanalyse in het vorige nummer van KWALON (Van den Berg, 2004). In dit artikel wordt de praktijk van discoursanalyse nader toegelicht: hoe gaat de onderzoeker in de analyse te werk? De pretenties bij de beantwoording van deze vraag zijn noodzakelijkerwijs beperkt. De gehanteerde werkwijzen binnen de discoursanalyse variëren sterk. Die variatie is enerzijds het gevolg van verschillende theoretische en methodische benaderingen, anderzijds van de diversiteit van onderzoeksthema's en -vragen. Die variatie kan onmogelijk in kort bestek behandeld worden. Daarom wordt volstaan met het geven van een voorbeeld van discoursanalytisch onderzoek.
-
-
-
Reductie van complexiteit
Door Dirk JacobsInleiders Fred Wester en Ellen Hijmans van de bundel apporteren over kwalitatief onderzoek stellen dat rapportage bij kwalitatief onderzoek moeilijker is dan bij kwantitatief onderzoek. Bij kwantitatief onderzoek laten gegevens zich immers vaak compact presenteren in tabellen, terwijl dataweergave bij kwalitatief onderzoek moeilijker is omdat tekstmateriaal niet altijd eenvoudig te reduceren valt. Dat klopt tot op zekere hoogte, maar in beide gevallen gaat het om een reductie van complexiteit van de werkelijkheid en in beide gevallen moeten daarbij beargumenteerde keuzes gemaakt worden, die niet altijd even vlot uit te leggen zijn. Zo moeten ook de tabellen uit kwantitatief onderzoek in de tekst zelf tot leven gebracht worden en moeten er evengoed keuzes gemaakt worden inzake analysemodellen en bevindingen waarop men de nadruk wil leggen. Rapportage van onderzoek is nooit een evidentie.
-
-
-
Repliek op Dirk Jacobs
Door Fred WesterDe bespreking van Jacobs van de bundel 'Rapporteren over kwalitatief onderzoek' is teleurstellend te noemen. Op het hoofdthema van de bundel (rapporteren van kwalitatief onderzoek) wordt naar mijn smaak te weinig ingegaan, terwijl de kwalificatie 'dat dit zeker niet het ultieme boek over de kwestie is' zijn doel mist. Het was immers niet de pretentie van het boek om 'ultiem' te zijn (dan hadden wij het boek Handboek rapporteren genoemd). De bundel laat vanuit een aantal invalshoeken zien waar men tegenaan loopt bij het rapporteren in kwalitatief onderzoek en tracht daartoe handreikingen te doen. Ik zou het veruit geprefereerd hebben als Jacobs op een meer overstijgende wijze naar het boek had gekeken en had aangegeven hoe de verschillende bijdragen zijn eigen begrip van rapportage al dan niet hebben beïnvloed. Nu beperkt hij zich tot losse opmerkingen over een aantal bijdragen, waarbij hij soms de plank misslaat.
-
-
-
Acht portretten en duizend details
Door Arenda KievietDit boek schetst het dagelijks leven van acht jongens uit de Utrechtse wijk Lombok, die samen een etnisch gemengde, hechte vriendengroep vormen. De auteurs interviewden de jongens in het kader van hun onderzoek naar culturele uitwisseling tussen groepen van verschillende herkomst in een gemengde stadswijk. In de inleiding geven de auteurs summier aan wat hun werkwijze is geweest voor de totstandkoming van dit boek. Er is gebruikgemaakt van lange interviews met de jongens alleen, gesprekken met 'een paar mensen uit de omgeving' en observaties van onderlinge gesprekken. Al deze gesprekken hebben als globaal onderwerp de cultuur van het dagelijks leven van deze jongens, om zo een beeld te geven van hoe deze zonen van migranten omgaan met culturele diversiteit en de spanning tussen hun eigen identiteit en integratie.
-
-
-
Repliek op Arenda Kieviet
Auteurs: Louis Boumans, Margreet Dorleijn & Hester DibbitsLaten we, om te beginnen, zeggen dat we ingenomen zijn met de aandacht voor dit boek in KWALON en met de overwegend positieve bespreking van Kieviet.
-
-
-
Wanneer je het de leerlingen vraagt...
Door Jacob van der WelVoor sommigen die, zoals ik, in de jaren zeventig naar de middelbare school zijn gegaan, is leerlingenparticipatie een lost cause. Geïnspireerd door oudere broers en zussen op de universiteit en door een progressieve maatschappijvisie kende iedere school wel haar actieve leerlingen die de misstanden op school aan de kaak wilden stellen; leerlingen die het recht meenden te hebben om zelf hun schoolloopbaan vorm te geven of, minimaal, daar meer grip op te krijgen. Helaas dacht de conrector daar anders over, misschien ook wel typisch voor het onderwijs: 'Jij kan die verantwoordelijkheid misschien wel aan, maar de meeste andere leerlingen niet en aangezien we hier op school maar één lijn kunnen trekken, betekent dit dat die lijn ook voor jou geldt'. Pessimisten onder de professionele volgers van het onderwijs stellen dat er al jarenlang niets wezenlijk veranderd is in het onderwijs. Het klaslokaal ziet er niet erg anders uit dan pakweg honderd jaar geleden en ook de rolverdeling tussen leerkracht en leerling is in grote lijnen gelijk gebleven. Dit wil niet zeggen dat er niet wordt nagedacht over andere vormen en vormgeving van het onderwijs. Een voorbeeld van nieuw onderwijsbeleid is de nota 'Brede scholen' die in april 2000 aan de Tweede kamer is aangeboden. In deze nota is toegezegd dat onder meer de mogelijkheden van leerlingenparticipatie onderwerp zou moeten zijn van nader onderzoek. In dat kader is in 2001 het onderzoek uitgevoerd waarvan de rapportage hier besproken wordt.
-
-
-
Methodologie als voortdurende verantwoording
Door Frank van der MostDit boek is de moeite van het lezen waard, niet alleen voor het bedoelde publiek van studenten en promovendi, maar ook voor elke onderzoeker die zich afvraagt, waar hij/zij ook alweer mee bezig is. Clough en Nutbrown zetten met een zekere systematiek en een op praktijk gerichte wijze hun ideeën over methodologie uiteen en stimuleren de lezer door middel van opdrachten en oefeningen tot zelf nadenken. De grootste misser van het boek is dat het op sommige punten te veel zelfwerkzaamheid van de lezer vraagt.
-
-
-
Focusgroepen vanuit interactieperspectief
Door Jeanine EversPuchta en Potter brengen in dit boek twee disciplines bij elkaar. Puchta is marktonderzoekster die veel ervaring heeft met focusgroepen, Potter is sociaal-psycholoog met veel ervaring op het terrein van discours- en conversatieanalyse. Via dit boek willen ze een lacune opvullen in de literatuur over focusgroepen; zij richten de aandacht namelijk op het interactieproces in focusgroepen en hoe daarmee om te gaan als moderator/onderzoeker. Dat doen ze door bestaand video- en audiomateriaal van focusgroepen uit marktonderzoek te analyseren en practices op deze wijze om te zetten naar strategies (p. VIII). Gebruikmakend van ongekuiste focusgroep-data die getranscribeerd werden volgens het transcribeersysteem van Gail Jefferson (dat in een bijlage is opgenomen) proberen ze te analyseren wat er daadwerkelijk gebeurt tijdens de groepsinteractie en van daaruit handelingsopties voor de moderator te ontwikkelen. Het boek is daartoe gelardeerd met (soms wat ingekorte) excerpten uit echte focusgroepen. Ze gaan daarbij uit van de interactie (talk-in-interaction) en niet zozeer van de taaluiting zelf, zoals linguïsten zouden doen. Conversatieanalyse en discursieve psychologie zijn de onderliggende uitgangspunten van hun analyse. Voor hun definiëring van wat een focusgroep nu eigenlijk is (er zijn meerdere definities in omloop), volgen zij die van Vaughn et al (1996), waarin de rol van de gespreksleider centraal staat als degene die het proces stuurt aan de hand van voorbereide vragen of een itemlijst, met het doel de gevoelens, houdingen en percepties van de participanten inzake een geselecteerd onderwerp uit te lokken. Het product van een focusgroep is bij marktonderzoek vooral een video-opname van het gesprek en de directe observatie (door de opdrachtgever) door een one-way screen; daaruit kan men 'meebeleven' hoe een consument te werk gaat bij de beoordeling van een product. De schriftelijke rapportage mag nauwelijks een naam hebben. Gaande het boek valt op dat de taak van de gespreksleider erg in deze visuele richting wordt geduwd; hij/zij moet ervoor zorgen dat de interactie vooral een hoge visibility heeft. Aan analyse wordt nauwelijks tijd besteed, het gaat vooral om de 'instant' interpretatie door toeschouwers die gefaciliteerd moet worden door bijvoorbeeld participanten vooral in woorden (in plaats van zinnen) te laten uitdrukken welk gevoel een product bij hen oproept. Dat dergelijke woorden voor allerlei interpretatie vatbaar zijn, lijkt niemand te storen. Er wordt afgeraden om er dieper op in te gaan, want alles moet vlug-vlug-vlug. Binnen zo'n anderhalf uur moet de groep klaar zijn en er is geen tijd voor analyse van de beelden.
-
-
-
Impressie Methodologie Conferentie
Door Paul ten HaveToen ik vernam dat de zesde International Conference on Social Science Methodology dit jaar in Amsterdam zou worden gehouden, lag het voor de hand om daaraan deel te nemen. De vorige twee, in Essex en Keulen waren me redelijk goed bevallen. En het leek me goed om ook hier te zorgen voor een zekere kwalitatieve presentie. 'Methodologie' is natuurlijk een beetje een raar vak voor kwalitatief onderzoekers. Onze werkwijze blijft toch sterk verbonden met de aard van het gebruikte materiaal, de probleemstelling, kortom de specifieke omstandigheden waarin we onderzoek doen. Ons werk is veel minder ingebed in een kader van vaste voorschriften dan het bij kwantitatieve varianten het geval is. Toch heb ik het altijd belangrijk gevonden om methodologiebijeenkomsten niet te vermijden, maar er juist aan deel te nemen om te laten zien dat ook ons onderzoek het onderwerp kan zijn van serieuze methodologische reflectie. En als dit voor kwalitatief onderzoek in het algemeen geldt, is het ook van belang voor etnomethodologie en conversatieanalyse. In Essex was er dan ook een aantal sessies aan gewijd, in Keulen was dat niet gelukt, dus heb ik het voor Amsterdam opnieuw geprobeerd.
-
Volumes & issues
-
Volume 29 (2024)
-
Volume 28 (2023)
-
Volume 27 (2022)
-
Volume 26 (2021)
-
Volume 25 (2020)
-
Volume 24 (2019)
-
Volume 23 (2018)
-
Volume 22 (2017)
-
Volume 21 (2016)
-
Volume 20 (2015)
-
Volume 19 (2014)
-
Volume 18 (2013)
-
Volume 17 (2012)
-
Volume 16 (2011)
-
Volume 15 (2010)
-
Volume 14 (2009)
-
Volume 13 (2008)
-
Volume 12 (2007)
-
Volume 11 (2006)
-
Volume 10 (2005)
-
Volume 9 (2004)