- Home
- A-Z Publications
- KWALON
- Previous Issues
- Volume 20, Issue 1, 2015
KWALON - Volume 20, Issue 1, 2015
Volume 20, Issue 1, 2015
-
-
Een nieuw geluid, zoals vanouds
More LessEditorialEditorial
This editorial offers an introduction to the current issue.
-
-
-
Bijdragen van een individuele respondent Vergelijking van de informatie verkregen via een diepte-interview en een focusgroep
Authors: Pieter-Jan Verhulst & Hans LambertsComparing interview and focus group dataComparing interview and focus group data
In their qualitative study on quality standards for professional dieticians, Verhulst & Lamberts used interviews and focusgroups to assess a list of competencies and criteria. In a review on their analysis they conclude that both methods were relevant for the results. The interviews produced detailed information on criteria, and the focusgroups gave insight in the relative importance of the criteria.In their replies Van Fessem, Groenland and Wester discuss the validity of the conclusion that interviewing followed by focusgroup is a general model for explorative research.
-
-
-
Interviewen, dat valt niet mee!
By Fred WesterNog wat opgeblazen door kerstkrans en oliebollen las ik de discussie over interviewen en focusgroepen door. Mij bekroop het gevoel dat ik al eens eerder zoiets had gelezen, van auteurs die zich afzetten tegen geavanceerde methoden als schaaltechnieken, regressieanalyse en big data. Probeer methoden niet te verabsoluteren: observatie is niet beter dan interviewen, experimenten zijn ook heilzaam voor interpretatieve zoekers en enquêtes zijn heel geschikt om het veranderende culturele wolkendek in de samenleving te schilderen, maar zeggen weinig over persoonlijke perspectieven.Natuurlijk worden wij uitgedaagd door het onderwerp van Verhulst en Lamberts. Als je een zelfevaluatie-instrument moet ontwikkelen voor een beroepsgroep, dan voel je aan je water dat er heel veel haken en ogen aan zitten. Nou heb ik de afgelopen jaren niet met diëtisten gewerkt, maar mijn ervaringen met de zelfevaluatie van de onderwijs- en onderzoeksproductie van een vakgroep zijn een rijke bron om uit te putten om kanttekeningen te plaatsen bij de afweging van interview of focusgroep.
-
-
-
Welke methode van kwalitatieve dataverzameling leidt tot het verkrijgen van welke conceptuele informatiekarakteristieken?
More LessHet artikel van Verhulst en Lamberts beoogt een empirische vergelijking uit te voeren van twee belangrijke methoden van kwalitatieve dataverzameling in een praktijkonderzoek, te weten: het diepte-interview en de focusgroep. De vergelijking richt zich zowel op de aard en inhoud van de te verkrijgen informatie alsmede op de ‘hoeveelheid’ informatie. Als zodanig is deze onderzoeksvraag als wezenlijk origineel te beschouwen, in de zin dat een dergelijke, strikt empirische vergelijking niet, of niet vaak, eerder werd onderzocht en gerapporteerd.Op basis van hun vergelijkende analyse komen de beide auteurs tot ‘[e]en aantal besluiten met betrekking tot de toegevoegde waarde van beide methoden [die] in deze specifieke onderzoeksetting werden geformuleerd’.Deze besluiten behelzen het volgende:
-
-
-
Bescheiden ambitie, goede aanzet
More LessHet is een charmant idee: het vergelijken van de voor- en nadelen van de methoden focusgroep en diepte-interview door te kijken naar de informatie die één respondent geeft in een diepte-interview en vervolgens in de context van focusgroep. Dat is precies wat Verhulst en Lamberts hebben gedaan en ze komen tot de weinig schokkende conclusie dat het individuele gesprek kwantitatief meer informatie oplevert die persoonlijk en diepgaand van aard is, terwijl de focusgroep vooral de mogelijkheid biedt ‘de discussie te verruimen en de respondent aan te zetten om zijn opvattingen wat betreft een aantal aanvullende en minder voor de hand liggende indicatoren te ventileren’. Ze pleiten voor de combinatie van de onderzoeksinstrumenten.In wezen vergelijken Lamberts en Verhulst niet zozeer de instrumenten, maar kijken ze naar het zo effectief mogelijk inzetten van een respondent. Dat dat het meest effectief is in de combinatie van beide instrumenten, staat buiten kijf. Het idee dat een respondent in een groepsgesprek geen enkel nieuw inzicht zou ontwikkelen of naar voren zou brengen in vergelijking met het eerdere interview, is immers zeer onwaarschijnlijk. Dus dat met een groepsgesprek extra informatie uit een al eerder geïnterviewde respondent komt, lijkt een zekerheid. Het maakt de conclusie dat ‘de combinatie van interviews en focusgroepen in deze context gerechtvaardigd was’ makkelijk. Dat is vrijwel altijd gerechtvaardigd (als er geen al te specifieke redenen zijn om een focusgroep uit te sluiten, maar dat is een andere discussie). Maar of dit ook een efficiënte methode is, is natuurlijk de vraag.
-
-
-
Dupliek
More LessBedankt voor deze uitgebreide replieken, waar jullie de vinger hebben gelegd op een aantal vermeldenswaardige aspecten van onze vergelijkende studie. Ze verdienen dan ook zeker onze aandacht.Allereerst willen we benadrukken dat het inhoudelijke aspect in deze studie op de voorgrond stond. In deze eerste fase van het project werden interviews en focusgroepen gecombineerd om tot een nagenoeg exhaustieve lijst van kwaliteitsindicatoren te komen. Een combinatie van technieken leek ons hier sterk aangewezen, gezien de factoren zowel in de breedte (aantal) als in de diepte (inhoudelijk) werden bevraagd. Desondanks leidde de vergelijking van beide methoden van informatieverzameling tot enkele interessante bevindingen, zoals de replieken duidelijk aantonen.Om de verschillen tussen beide methoden enigszins te kunnen objectiveren en patronen aan te duiden, werd een semi-kwantitatieve analyse gebruikt. Deze laatste werd gekozen omwille van de techniciteit van het onderwerp, waardoor een verdere en gedetailleerde inhoudelijke analyse van de indicatoren ons minder aangewezen leek.Om af te sluiten willen we graag nog eens het exploratieve karakter van deze studie benadrukken en het feit dat een alfaversie van deze tool uitgebreider getest zal worden in de doelpopulatie. We hopen met onze vergelijkende studie een bijdrage geleverd te hebben aan het inzicht in de verschillende methoden van informatieverzameling. Mogelijk kan de hier gevoerde discussie inspiratie geven aan andere onderzoekers en hen bijstaan in de soms moeilijke keuze tussen een interview en een focusgroep.
-
-
-
Het onthullen van ervaringen
More LessRevealing experiences. Phenomenology as qualitative research approachRevealing experiences. Phenomenology as qualitative research approach
The aim of empirical phenomenological research is revealing and describing the lived world of everyday experience. This article describes the roots and the characteristics of empirical phenomenological research. Several methodological approaches within the empirical phenomenological research approach are presented. The article ends by clarifying some important differences between empirical phenomenological research and research according to the grounded theory approach.
-
-
-
Scepsis, veldwerk en de bestudering van hedendaags sjamanisme
More LessScepsis, fieldwork and the study of contemporary shamanismScepsis, fieldwork and the study of contemporary shamanism
The author describes the way his first fieldwork experiences among contemporary shamanism in the Netherlands influenced his methodological stance in relation to his subject. His scepticism guided him towards moderate participation rather than active participation, concentrating on observation instead of participation. With the help of the conceptual framework of Bourdieu, he started to interpret the various forms of shamanism as products of people who take position in a specific field, wherein certain forms of capital are valued. His attention turned to their habitus, their self-legitimising imagination and the logic of their field. Ultimately, shamanism in the Netherlands became only a small part of his thesis, as his sceptical habitus guided him towards a genealogy of interpretations of shamanism. In this historical enterprise, academic interpreters are also contextualised within certain fields. Their habitus and self-legitimising imagination come into view because in academic as well as in religious fields, the real is relational.
-
-
-
Fenomenologisch onderzoek naar voltooid leven bij ouderen
More LessPhenomenological research into the experiences of elderly people who feel life is accomplished and no longer worth livingPhenomenological research into the experiences of elderly people who feel life is accomplished and no longer worth living
This article presents an empirical phenomenological research project with older people who feel life is accomplished and no longer worth living. The aim of phenomenological research, the need of an open phenomenological attitude, the method of phenomenological interviewing and data analysis, as well as the value of phenomenological research for practice and policy are characterized and explained.
-
-
-
Klinkende meerstemmige verhalen, deel III
Authors: Monique Bussmann, Chris Kuiper & Alexander MaasSounding polyphonic stories. Part 3. Method of analysisSounding polyphonic stories. Part 3. Method of analysis
In this study an unconventional qualitative, narrative methodology is applied to shed a new light on the significance of having a job and working in elderly care for health care professionals and to use this as a source of inspiration for labor market policy makers.The methodology is rather unconventional because it doesn’t focus only on the lingual content of the stories, but also includes other significant aspects of storytelling (e.g., voice and sound). Therefore musical work forms (e.g., music listening and singing) are used additionally.In the first phase of data collection stories of care professionals about the intertwining of their lifeline and career have been collected. In the second, listening phase HR professionals listened to the stories told by the care professionals and used them as a source of inspiration for HR policy innovation. The applied method of analysis connects analysis methods from both arts-based research and voice-centered research. In two previous articles the theoretical domains underlying this study and the methodology of both the story-telling and story-listening phase have been presented. This article treats the method of analysis.
-
-
-
Kwalitatief framingonderzoek als middel voor vergroting van de overtuigingskracht in publieksvoorlichting en reclame
More LessQualitative framing research as a means for enhancing persuasive powers in advertising and information for the general publicQualitative framing research as a means for enhancing persuasive powers in advertising and information for the general public
Identifying and listing frames in the public domain often leads to qualitative research methods. The challenge for this qualitative inductive framing research is to picture reality as realistically as possible. A more varied range of data collection methods, specific interpretation schemes and reliability tests are effective instruments to achieve broader and more accurate results.
-
-
-
Tijd voor een nieuwe rubriek over narratief onderzoek
By Anneke SoolsLaunch of new section about narrative researchLaunch of new section about narrative research
In this introduction to the new section about narrative research in the Dutch Journal for Qualitative Research (KWALON) a brief overview of contributions in KWALON related to narrative research over the last ten years is presented. This overview provides a good first impression of the richness and potential of narrative research. Then, the rationale for launching a section dedicated to narrative research is presented. Finally, suggestions are offered for possible contributions that discuss chances, dilemmas and challenges of doing, learning and teaching narrative research.
-
-
-
Al lezend leren redeneren
By Floor BastenReviewReview
In this contribution the author reviews Wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen by M. Leezenberg & G. de Vries.
-
-
-
Een voorbeeldonderzoek van pragmatische fenomenografie
More LessReviewReview
In this contribution the author reviews The meaning of learning and knowing by E.J. van Rossum & R. Hamer.
-
-
-
Repliek
Authors: Rebecca Hamer & Erik Jan van RossumTen eerste willen wij Eric van Elst bedanken voor zijn zorgvuldige recensie. Hij heeft met veel oog voor detail en een open instelling ons boek gelezen en een gebalanceerde bespreking geschreven. Het grote nadeel van je werk en gedachtevorming van enkele decennia in één boek te willen samenvatten, is dat de omvang een beetje uit de hand kan lopen. Om deze reden is er aan het eind van elk hoofdstuk een samenvatting gegeven. Een leesadvies aan belangstellenden, dat wij aan de recensie van Van Elst zouden willen toevoegen, is: lees deze paragrafen eerst en bepaal dan welk hoofdstuk je in detail wilt doorwerken. Daarnaast is in 2010 ook een veel kortere, Nederlandstalige brochure uitgegeven, waarin een heel praktische vertaling van ons werk is gemaakt naar de dagelijkse onderwijspraktijk en suggesties zijn opgenomen waarmee docenten en schoolleiders in het middelbaar en hoger onderwijs vrijwel direct aan de slag kunnen (Hamer & Van Rossum, 2010).Een tweede belangrijke reden voor de omvang van ons werk lag in ons voornemen het onderliggende onderzoek zo te bespreken dat enerzijds de invloed hiervan op ons eigen onderzoek en denken duidelijk zou worden, en anderzijds onze interpretatie van bepaalde resultaten expliciet en inzichtelijk zou worden. In de reguliere publicatiewijze is dit, om begrijpelijke redenen overigens, onmogelijk en wordt het verifiëren van de door de lijst referenties geïmpliceerde invloed, ondersteunende bevindingen of gebruikte interpretaties aan de lezer overgelaten. Wij wilden verwarring hierover voorkomen. Op deze wijze is een boek ontstaan dat, zoals Van Elst aangeeft, als naslagwerk kan dienen en een grondige introductie geeft in de fenomenografische onderzoeksbenadering, een aantal belangrijke stromingen hierin en hoe fenomenografisch onderzoek kan bijdragen aan het inzicht in hoe mensen denken over leren en de gevolgen daarvan in het onderwijs. Wij hebben bovendien getracht, door het opnemen van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek, een aanzet te geven voor een herwaardering in beide kampen voor de resultaten uit elkaars benaderingen.Zoals Van Elst aangeeft, wordt in het tweede deel verslag gedaan van een onderwijsvernieuwing en de empirische resultaten. In zijn recensie blijft echter onderbelicht dat een epistemologisch ontwikkelingsmodel dat ontwikkeld is op basis van voornamelijk verhalen van studenten, heel goed ook het denken van docenten over leren en onderwijs kan beschrijven. Dit fundamentele inzicht, met literatuur en empirische data onderbouwd, verbindt twee richtingen in onderwijsonderzoek – studentdenken en docentdenken, die zich tot nu toe vaak vrij onafhankelijk ontwikkelden – in één model. Hierdoor wordt een nogal artificiële scheiding binnen het onderwijsonderzoek ondergraven en kan het onderzoek naar het leren van studenten en docenten weer in een continuüm worden geplaatst. Het beschreven model is dus een model van leren en onderwijzen geworden (Richardson, 2012) met belangrijke consequenties voor de inrichting van de leer- en onderwijsprocessen.Ten slotte, inderdaad lijkt vanuit wetenschappelijk perspectief het derde deel, waarin wij onze visie op de consequenties van onze bevindingen hebben uiteengezet, minder interessant voor onderzoekers. Echter, in dit deel manifesteert zich het meest het fundament voor onze keuze een boek te schrijven: zonder de beperking van woordlimieten een wetenschappelijk onderbouwd argument te ontwikkelen dat gericht is op het ontwikkelen van onderwijs voor deze moderne tijd. Onderwijs dat gericht is op het begrijpen en accepteren van de inherente complexiteit van de moderne samenleving (Van Rossum & Hamer, 2011), dat mensen toerust voor het functioneren in een democratie. In deze zin heeft Robert Kegan (1994) grote invloed op ons denken gehad en deze premisse ligt ook ten grondslag aan de titel van ons boek. Het belang van kennis en leren gaat voorbij het persoonlijke geluk of de individuele ontwikkeling, het gaat ook verder dan het ontwikkelen van een goed onderwijsstelsel. Het boek beschouwt en onderbouwt de stelling dat onze democratische samenleving, maar meer nog de wereld, een ernstig tekort heeft aan mensen die voldoende toegerust zijn om de complexiteit van de samenleving juist te duiden en de ontwikkelingen te beïnvloeden. Het is in ons aller belang dat het onderwijs op een manier wordt omgevormd dat er meer mensen uitstromen, op elk niveau, die hebben geleerd logisch en rationeel na te denken en die een tolerantie voor de fundamentele onzekerheid van de werkelijkheid hebben ontwikkeld. Het derde deel van ons boek is dan ook bedoeld voor schoolleiders, beleidsmakers en zij die betrokken zijn bij het kritisch vormgeven van wat nu in beleids- en onderzoekskringen onderwijs voor de 21ste eeuw wordt genoemd.
-
-
-
Dupliek
More LessEen recensie van maximaal 1500 woorden kan geen recht doen aan een standaardwerk betreffende de pragmatische fenomenografie. Hamer en Van Rossum gaan in hun repliek helaas niet in op mijn vraag of er een relatie bestaat tussen het soort leerconceptie en de manier van dataverzameling. Ik beken gelijk dat ik in de recensie aan een aantal punten ook te weinig aandacht heb kunnen besteden. Het boek is namelijk inhoudelijk rijk aan ideeën over leren en goed onderwijs. Op een van deze inhoudelijke punten wil ik hieronder verder ingaan.
-
-
-
Het is zo lang als het breed is of misschien iets breder
More LessReviewReview
In this contribution the author reviews The problem-centred interview by A. Witzel en H. Reiter.
-
-
-
Je onderzoek voeden door filosofie
More LessReviewReview
In this contribution the author reviews An introduction to the philosophy of methodology by K.E. Howell.
-
Volumes & issues
-
Volume 29 (2024)
-
Volume 28 (2023)
-
Volume 27 (2022)
-
Volume 26 (2021)
-
Volume 25 (2020)
-
Volume 24 (2019)
-
Volume 23 (2018)
-
Volume 22 (2017)
-
Volume 21 (2016)
-
Volume 20 (2015)
-
Volume 19 (2014)
-
Volume 18 (2013)
-
Volume 17 (2012)
-
Volume 16 (2011)
-
Volume 15 (2010)
-
Volume 14 (2009)
-
Volume 13 (2008)
-
Volume 12 (2007)
-
Volume 11 (2006)
-
Volume 10 (2005)
-
Volume 9 (2004)