- Home
- A-Z Publications
- Internationale Neerlandistiek
- Previous Issues
- Volume 48, Issue 1, 2010
Internationale Neerlandistiek - Volume 48, Issue 1, 2010
Volume 48, Issue 1, 2010
-
-
Bernlef en De Coninck
More LessWhile the word ‘house’ was frequently used by the poets of the nineteen fifties, it was much less often used in the works of the poets of the next generation. However, it does not mean that this, very real, object plays no role in their poetry which was programmatically connected with reality. To illustrate this role, in this article there are two poems discussed (‘Je truitjes...’ by Herman de Coninck and ‘Juffrouw Van Leeuwen’ by Bernlef) where the word ‘house’ does not appear. Different aspects of the house understood as space are associated with the poetics of the Zestigers. In the analyses there is attention paid to the use of concepts. Both metaphoric and metonymic language use in cognitive linguistics is related to the embodied mind thesis – a belief that each thought is grounded in the bodily experience. The concept of ‘a poem’ in the analyses is associated with the concept of ‘a house.’ It is furthermore proved that carnality is also for the Zestigers the most important source of poetry. While the Vijftigers used the word ‘house’ metaphorically to show the connection between this subject and reality, in the neo-realistic poetry of the Zestigers the concept of ‘a house’ is referred to through the metonymic use of language.
-
-
-
Eenheid in verscheidenheid - Het beeld van de letterkunde in Johan Huizinga’s Nederland’s beschaving in de zeventiende eeuw
More LessThe following article focuses upon the image of seventeenth-century Dutch literature sketched by Johan Huizinga in his Holländische Kultur des siebzehnten Jahrhunderts (1933) and Nederland’s beschaving in de zeventiende eeuw (1941). The German version is based upon three lectures given by Huizinga in Cologne in 1932 and stresses the peculiarity of seventeenth-century Dutch culture. Despair of civilisation and the intention to stimulate his readers’ national pride determine the way in which he composes and presents ‘his’ literary canon in the 1941 Dutch version. This canon contains the familiar names: Vondel, Hooft, Huygens, Cats and Bredero. But nevertheless, Huizinga has his special manner to depict the poets and their works. On the one hand he emphasizes the differences between them, and on the other hand he shows how they complement one another. Altogether, they represent ‘eenheid in verscheidenheid’ (unity in diversity). To illustrate his view of seventeenth-century Dutch poets as a circle of friends, Huizinga uses the 19th-century myth of the Muiderkring, the circle of poets which P.C. Hooft was said to have gathered around him. Huizinga’s historiography aims at identification. Its intention is not only to impart knowledge, but also to convey experience. To achieve this, it visualizes the canon of seventeenth-century Dutch literature by painting a gallery of poets’ portraits.
-
-
-
In en uit de praktijk - Kroniek van het Nederlands als vreemde taal
More LessHet is bekend dat docenten graag zelf materiaal ontwikkelen. Naast bestaande leergangen hebben de meesten een map met favoriete teksten en werkvormen om een cursus nog meer af te stemmen op de wensen en behoeften van de cursisten. Soms is er een verzamelmap voor het hele team. Auteurs en producenten van leergangen zien dat graag: hoe meer materiaal er om een leergang heen is gemaakt, des te steviger de leergang in het curriculum is verankerd. Hoe dikker de mappen, hoe beter, zou je zeggen. Maar er is een kritische grens, zo blijkt uit een aantal recente publicaties. Als de map te dik wordt en van goede kwaliteit is, weekt het materiaal zich los van de leergang. De geïnteresseerde uitgever doet de rest. Zo ontstaan weer nieuwe leermiddelen of naslagwerken met het label ‘in de praktijk ontstaan’. Er zijn ook mappen die niet speciaal naast een leergang zijn ontwikkeld, maar als zelfstandig cursusmateriaal – bijvoorbeeld omdat de doelgroep zo specifiek is – die ook resulteren in een uitgave. Ten slotte worden leermiddelen en naslagwerken in opdracht van een uitgever ontwikkeld volgens een bepaald concept dat bij meer talen wordt toegepast. De publicaties die hier worden besproken zijn exponenten van deze drie ontwikkelingspatronen. In de vorige kroniek kondigde ik aan deze keer meer aandacht te besteden aan Vlaamse producten omdat er een aantal op stapel stond. Die zijn intussen allemaal verschenen.
-
-
-
Omwegen naar de literatuur - Kroniek van de literatuurwetenschap
More LessOver de literatuur wordt zelden of nooit op een literaire manier geschreven. In de jaren zestig zei Tzvetan Todorov al dat je nooit trouw kon zijn aan een tekst – tenzij door hem letterlijk te kopiëren – en dat elke vorm van literatuurstudie per definitie de literaire tekst geweld aandoet. Algemener kun je volgens de (post)structuralisten nooit over A praten in termen van A. Je hebt een omweg nodig. Dat kan bijvoorbeeld de sociologie zijn, de filosofie of de psychoanalyse. Ik bespreek enkele omwegen aan de hand van enkele recente publicaties.
-