- Home
- A-Z Publications
- Internationale Neerlandistiek
- Previous Issues
- Volume 51, Issue 1, 2013
Internationale Neerlandistiek - Volume 51, Issue 1, 2013
Volume 51, Issue 1, 2013
-
-
Van (neutraal) tussenwerpsel naar (positief ) evaluatief adjectief: - ça va en oké in het Nederlands
More LessThe present paper discusses the syntactic reanalysis and subsequent actualisation of ça va (‘okay’) that has recently taken place in (Belgian) Dutch, and that of OK/oké in (Standard) Dutch, revealing how these two expressions have evolved quite comparatively. Both start out as interjections, but then set out to be used as predicative adjectives (N is ça va / oké), and subsequently move into attributive position. Moreover, in Belgian Dutch, ça va can also be used as an adverbial modifier of an adjective. Strikingly, both ça va and oké (but ça va in particular) have also undergone a semantic evolution, in which they shift from the meaning ‘mediocre, more or less’, to ‘good’. As such, the actualisation proves to be the catalyst for further grammaticalisation, which is particularly true for the adverbial use of ça va moving towards an intensifier. The study confirms that syntactic reanalysis and actualisation are driven by analogy (see also De Smet 2012); at the same time, it raises important theoretical questions as to the nature of grammaticalisation, especially in view of the emergence of new constructions with new (unpredictable) meanings.
-
-
-
‘Het goede litteraire werk uit Nederland’ - De Bibliotheca Neerlandica en het vertaalbeleid van de Stichting voor Vertalingen 1954-1966
More LessIn 1954, initiated by the Dutch government and in cooperation with the main literary organizations in Netherlands, the ‘Foundation for the Promotion of the Translation of Dutch Literary Works’ (‘Stichting ter bevordering van de vertaling van Nederlands literair werk) was founded. This foundation was specially created to present Dutch literature abroad and have it translated. To do this, the foundation could use a targeted or a source-oriented strategy. This article describes the translation policy of the Stichting voor Vertalingen in the perspective of these strategies on the basis of a case study: the Bibliotheca Neerlandica, a series of classic works for England.
-
-
-
Nederland en Vlaanderen: (a)symmetrisch pluricentrisme in taal en cultuur
More LessDutch is a pluricentric language with Dutch Dutch as the dominant variety and Belgian Dutch in the non-dominant position. In discussions on the pluricentrism of Dutch there is a tendency to focus on the differences or similarities in grammar, pronunciation or lexicon. We claim that in order to determine the status of (non-)dominant varieties, exploring purely linguistic standards is necessary but not sufficient, and that we must take into account the linguistic and cultural organisation of the language communities involved. Therefore we will investigate how markets for language-related products and services are organised both in Flanders and the Netherlands. Both regions have their own newspapers, magazines, radio and television market, et cetera. They also have their own language-related institutions and academies. However, since 1980 the Dutch Language Union (DLU), a binational organisation, has stimulated cooperation between the Netherlands and Flanders (and recently also Suriname) in the domains of Dutch language, literature and education. This has led to highly symmetrical forms of cooperation in a wide variety of projects. In recent years however, the Dutch-Flemish symmetry has come under serious pressure. With the financial support of the Dutch Science Organisation (NWO), new norm-setting projects for Dutch are being launched without any substantial participation from Flanders.
-
-
-
Kroniek van de taalkunde 2012
More LessMijmering, alweer.
Vorig jaar begon mijn kroniek (IN 50/1) met een mijmering, waarin ik aandacht heb besteed aan de gevolgen van het toenemende gebruik van het Engels als lingua franca voor het Nederlands, voor het taalkundig onderzoek naar het Nederlands en voor ons onderwijs. In een recent verschenen artikel heeft Marc van Oostendorp (2012a) de gevolgen van het gebruik van het lingua franca-Engels in Nederland vanuit een andere invalshoek onderzocht. Hij gaat na wat de gevolgen zijn niet zozeer voor het Nederlands, maar vooral voor het gebruik van andere talen. Hij concludeert dat het toenemend gebruik van het Engels niet schadelijk is voor het Nederlands, maar wel voor de kennis en het gebruik van andere talen, waar Nederlanders nog in de vorige eeuw om bekend stonden. Nederland is volgens hem op weg een tweetalig land te worden (en dus niet meertalig). Met deze analyse ben ik het eens, al denk ik dat het nog steeds toenemende gebruik van het Engels wel degelijk gevolgen heeft ook voor de positie en het gebruik van het Nederlands in een hele reeks van (vooral prestigieuze) functies.
-