- Home
- A-Z Publications
- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken
- Previous Issues
- Volume 21, Issue 1, 2005
Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken - Volume 21, Issue 1, 2005
Volume 21, Issue 1, 2005
-
-
Oude thema's in een nieuwe eeuw
By Paul de BeerNu het eerste lustrum van de 21ste eeuw erop zit, kan een eerste vergelijking worden gemaakt tussen de arbeidsmarkt in de nieuwe eeuw en die in de voorgaande. Wat dan als eerste opvalt, is de terugkeer van het aloude thema van de werkloosheid. In de euforie van de 'nieuwe economie' in de tweede helft van de jaren negentig meenden sommigen dat economische depressies en recessies tot het verleden behoorden. Maar de viering van de millenniumwisseling was amper voorbij of de euforie maakte plaats voor pessimisme. De economische recessie waarin Nederland zich sinds 2002 bevindt, wordt inmiddels al vergeleken met die van de jaren tachtig – een periode die op haar beurt veel parallellen had met de crisis van de jaren dertig.
-
-
-
De (in)effectiviteit van het arbeidsmarktbeleid
Authors: Rudi Wielers & Paul de BeerIn de jaren negentig heeft zich in veel landen een omslag voorgedaan van passief naar actief arbeidsmarktbeleid, dat wil zeggen de nadruk kwam minder eenzijdig te liggen op het verstrekken van uitkeringen en verschoof naar het activeren en reïntegreren van uitkeringsgerechtigden. Het instrumentarium van het arbeidsmarktbeleid is hierdoor aanzienlijk uitgebreid. Terwijl in de jaren tachtig het zwaartepunt lag bij bemiddeling en scholing, zijn er in de jaren negentig tal van instrumenten bijgekomen, zoals loonkostensubsidies (onder andere de SPAK en VLW), gesubsidieerde arbeid (JWG, banenpool, Melkert-banen, I/D-banen), werkervaring (WEP, sociale activering) en positieve en negatieve prikkels voor uitkeringsgerechtigden (bijvoorbeeld sanctiebeleid). De eerste helft van het nieuwe decennium kenmerkt zich door twijfel over deze verschuiving. Een belangrijke achtergrond is dat het actieve arbeidsmarktbeleid een heel kostbare vorm van beleid is. Enkele jaren geleden werd aan al deze instrumenten tezamen meer dan zes miljard euro per jaar besteed (inclusief WSW). Vooral in tijden dat het financieel wat minder gaat, is de verleiding groot op het actieve arbeidsmarktbeleid te bezuinigen. Hierdoor lijkt het beleid procyclisch te worden. Bij een krappe arbeidsmarkt zijn voldoende middelen voorhanden voor de vormgeving van een actief arbeidsmarktbeleid, maar in een situatie van een ruime arbeidsmarkt wordt juist op die middelen bezuinigd. Dat is pijnlijk, vooral omdat tegelijkertijd wordt benadrukt dat mensen zoveel mogelijk zelf hun eigen brood moeten verdienen. Betekent dit niet dat mensen die buiten hun schuld werkloos zijn geworden moeten worden ondersteund om opnieuw een plek op de arbeidsmarkt te verwerven?
-
-
-
Actief arbeidsmarktbeleid: effectiever dan vaak wordt aangenomen
More LessActive labour market policies: more effective than is often assumedActive labour market policies: more effective than is often assumed
Active labour market policy aims at improving the functioning of the labour market. By providing employers and jobseekers with labour market information and job mediation and applying specific reintegration measures to the unemployed, it tries to improve the matching between vacancies and jobseekers, to reduce the level of unemployment, to make job chances more equal and to stimulate employment. A review of the international literature shows that a majority of the available studies point to positive effects of active policies on job entry chances. However, there are strong differences between the different types of measures. For incentives for jobseekers (sanctions, bonuses, etc.), job counseling and placement subsidies the evidence for favourable (net) effects is clear. The available studies show mixed results for training. For subsidized (‘artificial’) labour most studies find no effects or negative effects. The results also differ between groups. Active policies seem to be more effective for women than for men, more effective for older persons than for the young and more effective for the disadvantaged than for those with a relative good profile in the labour market. The effects on job entry chances are probably small on average. The latter is also true for the macroeconomic effects. The effects might be bigger if one knew more about the effectiveness of the various measures for different groups. Then a more optimal use of measures might be possible. Evaluation is needed to get this information. However, currently hardly any evaluation research is done in the Netherlands.
-
-
-
Heeft de evaluatie van reïntegratiebeleid nog toekomst?
More LessDoes the evaluation of active labour market policies have any future?Does the evaluation of active labour market policies have any future?
The literature on the effectiveness of welfare-to-work services (i.e. schooling and job counseling) in the Netherlands provides a gloomy picture. First, only a few studies take proper account of selectivity and endogeneity biases. Second, the results of this (subset of) studies suggest that both schooling and counseling have only a modest, or no significant impact. In this article, I discuss various explanations for these findings. Furthermore, I describe various avenues for future research in this area, as well as the organization of more sound evaluation studies.
-
-
-
De onrealistische evaluatie van arbeidsmarktbeleid
More LessThe unrealistic evaluation of labour market policiesThe unrealistic evaluation of labour market policies
Active labour market policies have come under severe attack by the results of evaluation studies in various countries. In addition to this, labour economists ask for still more rigid evaluation methods, preferably based on experimental designs. The assumptions of these methods can be contrasted with Pawson & Tilley’s ‘Realistic Evaluation’ approach. From this we conclude that the current emphasis by economists on ‘pure effects’ and ‘net results’ (1) can lead to undue corrections that reflect an unrealistic view of policy measures and (2) does not fit well into the peculiarities of the labour market. A more realistic evaluation approach is called for, directed towards the testing and improvement of substantive policy theories. “What works for whom under which circumstances?” should be the leading question in evaluation research.
-
-
-
Revitalisatie van het poldermodel
By Lei DelsenEven leek het poldermodel zijn einde nabij. Afgelopen jaar heeft het tweede kabinet-Balkenende met grote voortvarendheid getracht om op sociaal-economisch terrein besluiten te nemen en veranderingen door te voeren buiten het poldermodel om. Eenzijdig werden maatregelen afgekondigd zonder de sociale partners daarin te kennen. Deels weken deze voorstellen af van adviezen van de Sociaal-Economische Raad, deels waren zij zelfs in tegenspraak met eerdere gemaakte afspraken met de sociale partners. Hoewel geen verrassing, de inhoud van de voorgestelde ingrepen in de verzorgingsstaat loog er niet om. Conform de regeerakkoorden van Balkenende I en II wordt het moeilijker om in de WW en de WAO te komen. Alleen mensen die vier jaar of langer hebben gewerkt hebben nog recht op een werkloosheidswet (WW-)uitkering. De Wet op de arbeidsongeschiktheidverzekering (WAO) wordt beperkt tot mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn. Daarnaast gaat een streep door de fiscale voordelen van VUT- en prepensioensparen. De Nederlandse overheid treedt verder terug. Burgers moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen. De verzorgingsstaat wordt niet alleen afgeslankt, ook de solidariteit wordt ondergraven. Zelfredzaamheid staat voorop. Daarnaast weigerde de minister van Sociale Zaken, De Geus, aanvankelijk cao's voor 2005 algemeen verbindend te verklaren (avv) waarin een loonstijging wordt afgesproken. Dit laatste impliceert een kanteling van de Nederlandse arbeidsverhoudingen: een afglijden naar een conflictmodel, waarbij free-riding niet meer mogelijk is en bonden via loonclaims moeten trachten de organisatiegraad op peil te houden. Het avv'en voorkomt concurrentie tussen werkgevers en werknemers binnen een bedrijfstak en draagt daarmee bij aan de stabiliteit van de Nederlandse arbeidsverhoudingen en aan de arbeidsrust.
-
-
-
Zelfsturende teams als managementmode
Authors: Jurriaan Nijholt & Jos BendersSelf-directed Work Teams as a Management FashionSelf-directed Work Teams as a Management Fashion
In this article we look at the recent popularity of self-directed work teams in the Netherlands. In order to do this, we use literature on the theoretical perspective of management fashions. Studying the wave of print media texts on teams, we conclude that selfdirected work teams enjoyed a short-lived popularity in the ‘90s. Despite this temporary ‘fashionability’ of teams in the print media, available data on the application of teamwork suggests that teams are becoming entrenched in organizational praxis. Dissemination of a Dutch version of sociotechnical design has mainly taken place through research departments and curriculla from universities, thereby propagating the use of self-directed work teams. However, in the recent print media we see that attention has shifted from sociotechnical design of appropriate organizational structures to the use of teams as an end in themselves. In this sense, textual references to sociotechnics act more like a scientific legitimization of the discussion on teams.
-
-
-
Sociale zekerheid en de levenslopen van mannen en vrouwen
Authors: Janneke Plantenga & Ivy KoopmansSocial security and the life course op men and womanSocial security and the life course op men and woman
The system of social security is under pressure. Social structures have not yet adequately adapted to men and women’s altered personal life course, reflected in changes in family formation and labour market behaviour. As a result, a care shortage and/or a labour market shortage may occur, because the increased need to combine work and family, is not yet facilitated by an accurate institutional structure. In this article it is stated that the system of social security needs to be adapted in two ways. First, the coverage of traditional risks like sickness and unemployment should allow for diversity and non-standard labour-market behaviour. Secondly, care responsibilities – or rather socially beneficial matters – should also be covered by the system of social security. Both changes could take shape in a three-pillar model; risks are basically covered by combination of rights from three sources (‘pillars’). The first pillar consists of generic and compulsory schemes for all citizens, which provides (basic) cover also in the case of care responsibilities. This first pillar arrangements could be supplemented by life course arrangements in the second pillar, generating flexibility and freedom of choice. Then there is the third pillar, which consists of personal forms of savings and insurance for citizens who wish to insure for a further supplement.
-
-
-
De onstuitbare opkomst van de werkende vrouw
More LessThe irrepressible advance of working womenThe irrepressible advance of working women
In this research note we gather the information about differences in labour market position between men and women that is scattered throughout the report ‘De kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid in Nederland, deel V’ and re-analyse some of the data. The main findings are that in 2000 the difference between men and women with regard to overeducation has disappeared and that in 2000 the differences in job levels disappeared, too. Furthermore we found evidence that young women have higher job levels than young men in 2000. Only the glass ceiling holds the advancement of women back.
-
-
-
Regie noch vertrouwen – aantekeningen bij het sociaal akkoord
More Less'Vertrouwen is ontzettend efficiënt', zo stelt Nobelprijswinnaar Kenneth Arrow. De relaties tussen werkgevers en werknemers in Nederland zijn in 2004 echter danig op de proef gesteld. Na het mislukken van het voorjaaroverleg op 18 mei tussen de regering en de sociale partners is in augustus 2004 een open sociaal conflict ontstaan. Van juni tot november zijn in veel bedrijven en bedrijfstakken substantieel overleg en besluitvorming opgeschort. Het kabinet-Balkenende heeft in september op Prinsjesdag in de troonrede om vertrouwen gevraagd maar heeft verzet geoogst in brede kring. Het sociaal akkoord van 5 november 2004 vormt een tijdelijke pacificatie, maar de gevolgen van het conflict snijden dieper in de onderlinge verhoudingen dan algemeen wordt aangenomen. Vertrouwen is sneller afgebroken dan opgebouwd.
-
-
-
Appels en peren en het ict-gebruik
More LessApples, pears, and the use of ICTApples, pears, and the use of ICT
A focus of ICT use of and in organizations is most fruitful in ICT-research. However, statistics on this use are strongly dispersed, while, reflecting theory, basic questions cannot be answered. Moreover, because of commercial interests, data on ICT use are rather inaccessible in the Netherlands. This article surveys free accessible statistics. Because these differ widely in method and definitions, a comparison of the data is rather difficult. This urges for a discussion on the standardisation of data on ICT use. Otherwise not the quality, but sheer market size of a specific statistic will set the standard.
-
Volumes & issues
-
Volume 40 (2024)
-
Volume 39 (2023)
-
Volume 38 (2022)
-
Volume 37 (2021)
-
Volume 36 (2020)
-
Volume 35 (2019)
-
Volume 34 (2018)
-
Volume 33 (2017)
-
Volume 32 (2016)
-
Volume 31 (2015)
-
Volume 30 (2014)
-
Volume 29 (2013)
-
Volume 28 (2012)
-
Volume 27 (2011)
-
Volume 26 (2010)
-
Volume 25 (2009)
-
Volume 24 (2008)
-
Volume 23 (2007)
-
Volume 22 (2006)
-
Volume 21 (2005)