- Home
- A-Z Publications
- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken
- Previous Issues
- Volume 31, Issue 4, 2015
Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken - Volume 31, Issue 4, 2015
Volume 31, Issue 4, 2015
-
-
Zorgen in het spitsuur van het leven
Authors: Tanja van der Lippe & Patricia van EchteltIn het overheidsbeleid van de afgelopen jaren zijn de 'eigen verantwoordelijkheid' van burgers en 'de participatiemaatschappij' steeds terugkerende thema's. Van mensen wordt verwacht dat ze op zowel het terrein van arbeid als van zorg meer doen. De overheid streeft naar het verhogen van de arbeidsdeelname en arbeidsduur (met name van vrouwen), en wil tegelijkertijd dat mensen de zorg voor naasten vaker zelf op zich nemen zodat zij hiervoor minder vaak hoeven aan te kloppen bij de overheid. Hoewel de combinatie van arbeid en zorg door de stijgende arbeidsdeelname van vrouwen al langer veel belangstelling heeft in beleid en onderzoek, lijkt de combinatiedruk door deze verschuivingen van 'verzorgingsstaat' naar 'eigen verantwoordelijkheid' weer extra aandacht te vragen.Het combineren van arbeid en zorg is voor veel burgers in het huidige tijdsgewricht een complexe opdracht geworden en de verwachting is dat dit alleen nog maar verder toe zal nemen. Het gaat niet langer alleen over de noodzaak van betaalde arbeid en het verzorgen van kinderen, maar ook over levenslang leren, over het leveren van mantelzorg aan hulpbehoevenden in onze naaste omgeving en over vrijwilligerswerk in verenigingsverband. Natuurlijk is het over de verschillende fasen van het leven anders verdeeld welke activiteit de meeste tijd vraagt, maar wel wordt zo langzamerhand duidelijk dat het spitsuur niet slechts meer is voorbehouden aan jonge werkende ouders met kleine kinderen. Ook mensen van middelbare leeftijd kunnen het met het combineren van werk en mantelzorg nog druk gaan krijgen. Het gaat over meervoudige verantwoordelijkheden die in de toekomst meer en meer op de loer liggen.Het is dan ook niet voor niets dat minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Sociaal Economische Raad in het voorjaar van 2015 heeft gevraagd om een visie op de toekomst van werken en leven (Asscher, 2015). De overheid erkent namelijk dat een groter beroep op de burger mogelijk ook negatieve gevolgen zal hebben in de vorm van tijdsdruk, combinatiedruk of een minder goede (ervaren) gezondheid. Verschillende regelingen zoals verlofregelingen, flexibele arbeid en kinderopvang zouden hieraan het hoofd kunnen bieden, en volgens het kabinet wordt het belangrijker dat mensen in staat zijn om werk- en zorgtaken op een goede en gezonde manier met elkaar te combineren. Dat is echter niet zomaar gezegd en gedaan. Uit de literatuur is namelijk bekend dat het in de lucht houden van alle ballen tot meer vreugde kan leiden maar ook tijdsdruk kan opleveren en ten koste kan gaan van de gezondheid. Het combineren van sommige bezigheden kan verrijkend werken (Greenhaus & Powell, 2006): wanneer iemand een interessante baan heeft, is hij of zij thuis ook een betere ouder, ook al kosten beide bezigheden tijd. Voor betaalde arbeid en kinderverzorging blijkt deze positieve relatie te bestaan, voor betaalde arbeid en vrijwilligerswerk ook, maar voor betaalde arbeid en mantelzorg lijkt het omgekeerde het geval, hier is sprake van een conflictsituatie waarbij betrokkenheid bij de ene rol ten koste gaat van de andere rol (Bianchi & Milkie, 2010) en meer en langer ziekteverzuim is soms het gevolg.In een tijd van technologische ontwikkeling, verdere globalisering en vergrijzing is het spannend wat deze meervoudige verantwoordelijkheden gaan betekenen: wie hiervan in de toekomst profiteert, maar ook bij wie de verantwoordelijkheden hiervoor liggen. Duidelijk is evenwel dat werknemers, werkgevers en de overheid allen gebaat zijn bij een zo gezond mogelijk bestaan van werkenden.Hoogste tijd voor het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken om een themanummer te wijden aan dit belangrijke thema. Wat combineren mensen op dit moment in arbeid en zorg in de breedste zin van het woord, en vooral ook waarom doen zij dat zo, en wat zijn de gevolgen in termen van tijdsdruk en gezondheid? Hoe is te verklaren wat organisaties op dit terrein doen, en wat is anno 2015 nog de rol van de overheid hierbij? Welke strategieën en regelingen het meest doeltreffend zijn bij het faciliteren van burgers komt in dit themanummer voor zover mogelijk aan de orde. Dit om een geïnformeerde overweging te kunnen maken hoe leven en werken in de toekomst er mogelijk uit zal zien.Het Sociaal en Cultureel Planbureau en het strategische thema Instituties voor Open Samenlevingen van de Universiteit Utrecht hebben met het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken de handen ineen geslagen om samen dit themanummer voor u te verzorgen. Zij hebben de onderzoekers uitgenodigd die expert zijn op het terrein van arbeid en zorg, en die zonder uitzondering van harte hun bijdrage hebben geleverd. Het resultaat is daarmee een dik themanummer, in de wereld van de glossy tijdschriften zou het een dubbeldik winternummer kunnen heten.
-
-
-
Drukte aan de vooravond van de participatiesamenleving
Authors: Mariëlle Cloïn & Anne RoetersBusyness on the eve of the participation society. Social differences and trends in total time spent on paid and unpaid work in the Netherlands.Busyness on the eve of the participation society. Social differences and trends in total time spent on paid and unpaid work in the Netherlands.
The Dutch government asks citizens to be involved in multiple domains in society, such as the labor market, in the care for others and in voluntary work. This often has to be combined with domestic labor and the care for children. In this study, we look at social differences and trends in the 'total workload', the sum of paid and unpaid work, including informal care for others and volunteering. Based on multivariate OLS models on the Dutch Time Use Surveys (1980-2011) we find that men have a higher total workload than women, especially in families with young children. The gap between men and women has increased since 1980. Moreover, we find that the highly educated have a higher workload than the lower educated since 1990-1995, whereas this was the other way around in the 80's.
-
-
-
Werk en mantelzorg
More LessWork and informal care: a risk for mental health?Work and informal care: a risk for mental health?
This study aims to increase insight in how providing informal care is associated with mental health among employees. The focus is on to what degree the provision of informal care, directly or in interaction with work and organizational characteristics, has an impact on the level of mental fatigue as indicator of mental health. Data are derived from 8,435 employers in fifty companies who completed an online questionnaire provided by the Association Work&Care. Of all employees, 23% provides informal care to someone in need of care and, on average, this group experienced a higher level of mental fatigue compared to non-caring employees. Multivariate multilevel analyses show that providing informal care has a unique and direct effect on mental fatigue, in addition to characteristics of work (working fulltime, work motivation) and the support perceived in the organization. Moreover, the lack of support and few opportunities to discuss informal care increase the level of mental fatigue more among informal caregivers than among non-caring employees. It is concluded that providing informal care may harm the mental health of employees, and that an open and understanding organizational culture enables employees to better combine tasks in work and informal care.
-
-
-
Marathon
More Less‘It’s a marathon, not a sprint.’ We zaten met onze jongste in het medisch circuit en het werd duidelijk dat hij ernstig achterliep in zijn ontwikkeling. Op zoek naar houvast in de zee van informatie op het internet is deze uitspraak me bijgebleven. Inmiddels zijn we een paar jaar verder en is duidelijk dat wij een kind met beperkingen, of beter, een zorgintensief kind hebben. Ook wordt duidelijk hoe waar deze uitspraak is. Waar andere ouders hun leven weer oppakken nu de kinderen naar school gaan, zitten wij thuis nog steeds in de luiers en alles wat bij die fase hoort – en meer. Want het leven met een zorgintensief kind is een marathon, maar met vele tussentijdse sprintjes. Alles is anders en niets gaat vanzelf. Het ‘Oei, ik groei!’-boek kan samen met andere ontwikkelings- en opvoedboeken in de prullenbak. We moeten zelf de gebruiksaanwijzing van ons kind ontdekken. Geen sinecure, want onze zoon begrijpt nog weinig en zijn taal en communicatie zijn beperkt. En het geregel voor vergoedingen en indicaties, het vinden van geschikte opvang en de afspraken met artsen, therapeuten etc. maken dat we er een baan bij hebben.
-
-
-
Mantelzorg en betaald werk bij vrouwen en mannen
Authors: Edith Josten & Alice de BoerInformal care and paid work among males and femalesInformal care and paid work among males and females
This paper focuses on whether paid employment and providing informal care stand in each other's way and whether there are gender differences in this regard. The data come from a biannual panel study among 4.800 employed and non-employed persons (labour supply panel of the Netherlands' Institute for Social Research), and covers the years 2004-2014. In 2014, 23% of working women and 15% of working men in the age of 23-65 years helped a sick or ageing loved one with household tasks or personal care. The higher share of informal carers among women is mainly due to the fact that daughters are more likely than sons to provide parent care. There is hardly any difference between working men and women in the proportion caring for parents-in-law. When men and women take on care-giving, the effects hardly differ from each other. They do not shorten their work week to an increased degree, but long-lasting sick leave, for two or more consecutive weeks in a calendar year, rises, especially when the care giving lasts at least two years. Males, however, experience significantly more health complaints whereas females do not.
-
-
-
Werktijden en ouder-kindtijd in de middag en avond
Authors: Melissa Verhoef & Anne RoetersParental working times and parent-child time in the afternoon and eveningParental working times and parent-child time in the afternoon and evening
This study examines the association between parental working times and parent-child time. We not only distinguish between parents' working hours and working schedules but also between parent-child time in the afternoon and evening. The hypotheses center on the role of the availability of children and parents. Our analyses are based on 694 parents with young children from the Dutch Time Use Survey of 2006 and 2011. Results show that parent-child time in the afternoon is associated with parents' working hours, whereas time spent with children in the evening is correlated with working schedules. We provide multiple recommendations for future research, such as a distinction between week and weekend days and a focus on the quality of the time parents and children spend together.
-
-
-
Participatie?
Authors: Heidi de Jong & Gretha van der Veer‘Als ik mantelzorg op de agenda zet, trek ik een beerput open’, is een vaak gehoorde opmerking als wij bedrijven kennis laten maken met het thema mantelzorg. Ons antwoord? ‘Ja, dat klopt!’ Mantelzorg geeft onherroepelijk gedoe, thuis én op het werk. Als adviesbureau op het gebied van combineren van werk en mantelzorg zullen wij de laatste zijn om dat te ontkennen. Medicijnen ophalen voor je zieke moeder in je lunchpauze, tussen de bedrijven door de huisarts bellen met een vraag over je dementerende schoonvader of te laat komen vanwege toestanden met een ernstig ziek kind. Voor bijna één op de vijf werknemers is dit de realiteit. En ja, natuurlijk heeft dat gevolgen. Als het thuis niet lekker loopt, gaat het op het werk ook niet.
-
-
-
Aanvragen van zorgverlof
Authors: Zoltán Lippényi & Tanja van der LippeCare leave applications in Dutch workplacesCare leave applications in Dutch workplaces
A substantial number of people combine work and care in the Netherlands and Dutch law entitles employees to take short-term and long-term care leave if necessary. Although most employers are willing to honor care leave requests, workers make only limited use of this possibility. There is relatively little known in the literature about how organizational and work-related factors influence applying for care leave within organizations. To answer this question, we use the Labor Demand Panel [Arbeidsvraagpanel] 2011 by the Dutch Social and Cultural Planning Office [SCP]. Multiple regression analyses show that at the level of work autonomy and part-time work at the organization substitute the need for care leave. Care-friendly organizational culture and employee representation facilitate applying for care-leave, while possible barriers for applications (such as high workload and economic problems within the organization) have little impact on applying for care leave. Applying for long-term leave is scantly influenced by organizational factors, although having a works council facilitates applying for this leave option as well. We conclude emphasizing the importance of self-organization and care-friendly organizational design for informal caretakers.
-
-
-
Mantelzorgers in Europa
More LessInformal caregivers in Europe: The role of paid work, generosity of formal health care and national care normsInformal caregivers in Europe: The role of paid work, generosity of formal health care and national care norms
This study answers the question why some individuals are informal caregivers and others are not, and why some informal caregivers spend more hours on their caregiving task than others. In particular, it studies the role of paid work, generosity of formal health care and the presence of a strong care norm in the country. Results were based on multilevel analyses on the European Quality of Life Survey 2012 (30,999 respondents of whom 4,377 were informal caregivers). On average, 14.6% of the population aged 18 to 65 in European countries were informal caregivers, and they spent on average 12.3 hours a week on informal caregiving. Generally, paid work was negatively related to (intensive) informal caregiving. Fulltimers were found to be informal caregiver less often than parttimers and housewives, but equally often as retired, unemployed, disabled people. Within the group of informal caregivers, fulltimers spent fewer hours on caregiving than parttimers; housewives and retired people spent most hours on caregiving. A generous health care system and a strong family norm in a country did not correlate with the odds of being an informal caregiver, but were significantly related to intensity of informal caregiving: generosity of health care related negatively and a strong family norm related positively with the intensity of informal caregiving.
-
-
-
Zinvolle participatie
By Kim PuttersDit artikel is tijdens de NSV-conferentie 2015 door Kim Putters in een lezing verwoord.
-
-
-
Mij een zorg!?
Authors: Wil Portegijs, Alice de Boer & Ans MerensWho cares? A comparison of care ideals of government and citizensWho cares? A comparison of care ideals of government and citizens
In the public debate on participation there is much focus on the reconciliation of work and care for vulnerable groups. In this article we analyze the ideals of the government on care for children and the elderly and how these policies are related to the care ideals of citizens.Successive governments have considered professional child care as an important labor market instrument, needed to enable young parents to continue participating in the labor market. In policy documents on care for elderly there is also a focus on ‘participation’ but this refers to social participation. The professional elder care is inhibited as much as possible by encouraging informal care by family. These principles of policy do not correspond to the preferences of citizens. Most citizens find that care for ill parents is mainly a task for the government, but parents are somewhat reluctant to use formal child care.In the public debate on participation there is much focus on the reconciliation of work and care for vulnerable groups. In this article we analyze the ideals of the government on care for children and the elderly and how these policies are related to the care ideals of citizens.Successive governments have considered professional child care as an important labor market instrument, needed to enable young parents to continue participating in the labor market. In policy documents on care for elderly there is also a focus on ‘participation’ but this refers to social participation. The professional elder care is inhibited as much as possible by encouraging informal care by family. These principles of policy do not correspond to the preferences of citizens. Most citizens find that care for ill parents is mainly a task for the government, but parents are somewhat reluctant to use formal child care.
-
-
-
Arbeid-en-zorgbeleid in de participatiesamenleving
Authors: Mara A. Yerkes & Laura den DulkWork and care policy in the ‘big’ society: an expansion of capabilities?Work and care policy in the ‘big’ society: an expansion of capabilities?
In this article, we assess the extent to which national-level work-care policies in the Netherlands enable various groups in society (men and women, lower and higher educated and employees versus self-employed) to reconcile work and care. We answer this question by conducting a policy analysis using Sen’s (1992) capability approach. Applying this perspective, we evaluate the availability, accessibility and design of work-care policies in the Netherlands. In addition, we consider the importance of collective agreements and the organizational context. Our assessment shows that work-care policies and collective agreements offer greater capabilities to certain groups to reconcile work and care than to others. Childcare policy offers decreased accessibility for the self-employed and flexible work arrangements enable women more than men to take on care tasks and work part-time. In addition, higher educated workers appear to have greater access to flexible arrangements than lower educated workers, but often use this flexibility to work more rather than reconcile work with care. Moreover, current care leave policies enforce rather than challenge existing socio-cultural norms, and alternatives to the one-and-a-half earner model remain limited.
-
-
-
Vooral hoogopgeleide moeders zijn meer gaan werken
More LessHet hebben van kinderen gaat in Nederland bij moeders vaak gepaard met parttime werken. Dit is een manier om arbeid en zorg te combineren. Dit artikel beschrijft de arbeidsduur van ouders. De belangrijkste onderzoeksvragen die aan de orde komen zijn: hoeveel uur werkt de moeder, wat is daarin veranderd in de afgelopen tien jaar en hoeveel uur werkt de partner? De analyse beperkt zich tot moeders van minderjarige kinderen met een partner. Moeders met oudere kinderen en alleenstaande moeders zijn voor deze studie buiten beschouwing gelaten. De data is afkomstig van de Enquête Beroepsbevolking. Dit onderzoek beschrijft de arbeidssituatie van mensen van 15-74 jaar.
-
-
-
Boekbespreking
Mok, A.L. (2015). Arbeid, bedrijf en maatschappij, zevende druk. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers BV, ISBN 978 90 018 5324 2, 324 pag., ook verkrijgbaar als e-book.
-
Volumes & issues
-
Volume 40 (2024)
-
Volume 39 (2023)
-
Volume 38 (2022)
-
Volume 37 (2021)
-
Volume 36 (2020)
-
Volume 35 (2019)
-
Volume 34 (2018)
-
Volume 33 (2017)
-
Volume 32 (2016)
-
Volume 31 (2015)
-
Volume 30 (2014)
-
Volume 29 (2013)
-
Volume 28 (2012)
-
Volume 27 (2011)
-
Volume 26 (2010)
-
Volume 25 (2009)
-
Volume 24 (2008)
-
Volume 23 (2007)
-
Volume 22 (2006)
-
Volume 21 (2005)