-
oa Kanttekeningen bij A. Baart: Een theorie van de presentie
- Amsterdam University Press
- Source: KWALON, Volume 9, Issue 1, mrt. 2004,
Samenvatting
Het kost enige moeite om zicht te krijgen op dit werk, zeker als het erom gaat iets te zeggen over de methodische kant van het onderzoek en daarmee van de wetenschappelijke waarde van de gepresenteerde theorie. Dat komt omdat deze theorie niet afgeleid is uit één samenhangend onderzoek, maar teruggaat op 13 deelprojecten, waarvan er vier tot het vooronderzoek behoren en nog eens vier meer theoretisch literatuuronderzoek betreffen.. Dit betekent dat bij de ondernomen poging om tot theorievorming te komen, teruggegrepen wordt op zes empirische projecten, gericht op het onderzoek van het pastoraat in achterstandswijken. Bij elk van deze empirische projecten gaat het overigens slechts om kleine tot zeer kleine steekproeven. Om hiervan een indruk te geven, ging het daarbij respectievelijk om onderzoek naar het beroepsmatig handelen van twee buurtpastores (1), vier buurtpastores (2), onderzoek op vijf locaties (3), theoretisch onderzoek (4) gecombineerd met zes casestudies (5) en twee onderzoeken naar de aard van het pastoraat op de locatie Utrecht (6). Hierbij werden voornamelijk kwalitatieve methoden gebruikt, zoals inhoudsanalyse en verwerking van de interviewprotocollen met behulp van Kwalitan. Deze verschillende onderzoeken leiden tot deeltheorieën waaruit ten slotte de theorie van de presentie gecompileerd wordt. Onder presentie verstaan de onderzoekers de specifieke wijze waarop de pastor voor de pastoranten aanwezig is. Om de theorie die de onderzoekers met betrekking tot dit aspect van het pastorale beroep ontwikkeld hebben, in al zijn nuanceringen goed te begrijpen, zou men het hele onderzoeksverslag moeten lezen. Het doel van de theorie is 'uit te leggen hoe presentie totstandkomt, hoe ze betekenisvol is voor een bepaald probleem, en te verklaren waarom dat zo is'. De onderzoekers claimen dat presentie uit hun onderzoek naar voren komt als een algemene categorie, 'die totstandkomt doordat ze de ander uit zijn benarde eenzaamheid verlost en opneemt in enige, betekenisvolle gemeenschappelijkheid' (p. 793).