- Home
- A-Z Publicaties
- KWALON
- Previous Issues
- Volume 10, Issue 1, 2005
KWALON - Volume 10, Issue 1, 2005
Volume 10, Issue 1, 2005
-
-
Netwerken van kwalitatief onderzoek in Vlaanderen
Door Griet VerscheldenEen jaar geleden, op 25 maart 2004 bezocht ik in Gent de eerste bijeenkomst van het netwerk Kwalitatief Onderzoek. Dit is een recent initiatief, vrij uniek voor Vlaanderen. De Arteveldehogeschool, opleiding Sociaal Werk (Freya Versluys en Philippe Bocklandt) en het Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Antwerpen (Paul van Royen en Etiënne Vermeire) zijn de grondleggers van dit netwerk. De eerste bijeenkomst van dit netwerk was alvast een succes. Een dertigtal onderzoekers die professioneel of in het kader van hun opleiding kwalitatief onderzoek starten of verrichten, wisselden ervaringen uit en bespraken hun eventuele vraag naar intervisie en vorming. Naast een introductie over het belang, de eigenheid, de criteria en nieuwe trends in kwalitatief onderzoek werden op deze eerste bijeenkomst twee voorbeelden van kwalitatief onderzoek binnen de gezondheidszorg gepresenteerd.
-
-
-
Breedbeeld wetenschap
Door Coyan TrompEr gaapt een kloof tussen de wetenschapsfilosofie en de praktijk van de sociale wetenschappen. Waar de poten van het traditionele onderzoeksmodel al lang en breed zijn afgezaagd vanuit de wetenschapsfilosofie en nieuwe inzichten voorhanden zijn, wordt in de sociaal-wetenschappelijke onderzoekspraktijk nog steeds vastgehouden aan het oude model. Naar mijn mening wordt het hoog tijd om deze kloof te dichten en een alternatief onderzoeksmodel te ontwikkelen voor de sociale wetenschappen. Met het kritisch-reflexieve onderzoeksmodel dat ik in mijn proefschrift schets, probeer ik daaraan een bijdrage te leveren.
-
-
-
Onderzoekspraktijk en onderzochte praktijk
Door Wim WardekkerSinds jaar en dag proberen sociale wetenschappers en wetenschapsfilosofen een model van wetenschappelijk onderzoek te ontwikkelen waarin ook aan de onderzochten een stem wordt gegeven, of zoals Tromp zegt: dat berust op een subject-subjectrelatie tussen onderzoekers en onderzochten. Het interpretatieve model blijkt daarvoor niet te voldoen, onder meer omdat de eis van objectiviteit daarin zo wordt uitgelegd dat de onderzoeker zelf 'transparant' moet worden en daardoor nauwelijks zelf als subject met eigen inbreng kan figureren. Dat is wel het geval in de vele varianten van actie- of handelingsonderzoek die in de loop van de jaren zijn ontwikkeld. Maar van die modellen moet dan weer gezegd worden dat hun theoretische onderbouwing niet altijd even hecht was. In Nederland werd een vorige interessante bijdrage geleverd door Harry Coenen (1987), die zich grotendeels baseerde op het werk van Giddens. Inmiddels is zowel de praktijk als de theorie van deze vorm van onderzoek een stapje verder. In haar proefschrift levert Coyan Tromp een gedegen filosofische onderbouwing van wat zij aanduidt als een 'kritisch-reflexief wetenschapsmodel'. Die onderbouwing berust in haar geval grotendeels op het werk van Habermas, met een belangrijke rol voor Bourdieu en Giddens.
-
-
-
Reactie op Wim Wardekker
Door Coyan TrompIn het voorwoord van mijn proefschrift schrijf ik: 'Hopelijk inspireert het sociale wetenschappers om het in praktijk te brengen en op haar vruchtbaarheid te toetsen.' Dat is in feite waar Wardekker letterlijk en figuurlijk een aanzet toe doet. Dat geeft mij enerzijds simpelweg veel voldoening, want daar heb ik het tenslotte allemaal om gedaan. Ik had mijzelf ten doel gesteld een brede wetenschapsfilosofische fundering te geven van een kritisch-reflexief onderzoeksmodel; niet meer en niet minder dan dat. Het ging mij er om voor dit model de (wetenschapsfilosofische) vooronderstellingen die vooraf gaan aan door onderzoekers gehanteerde (methodologische) veronderstellingen, uit te werken. Hierbij hoorde ook de keuze om het proefschrift puur theoretisch te houden, en niet in te gaan op concrete praktijken. De enige praktijk die ik met name noem, is de sociaal-wetenschappelijke, want daarop heeft mijn dissertatieonderzoek tenslotte betrekking. In die zin kan ik Wardekker geen ongelijk geven als hij zegt dat hij in mijn boek aandacht voor de praktijk mist.
-
-
-
Verplegen bij versterven; de meerwaarde van intensief participeren
Door Roeline PasmanIn de zomer van 1997 ontstond in Nederland een discussie over 'versterven'. De centrale vraag daarbij was of verpleeghuispatiënten met dementie, die zelf niet of nauwelijks meer eten en/of drinken, wel of niet kunstmatig vocht en/of voedsel (KVV) toegediend moeten krijgen. Aanleiding hiervoor was de aanklacht van de familie van een patiënt tegen een Gronings verpleeghuis, waar men zonder medeweten van de familie de patiënt bewust zou hebben laten uitdrogen. De kwaliteit van de verpleeghuiszorg in Nederland werd ter discussie gesteld en er was onduidelijkheid over de gevolgen voor patiënten als ze niet kunstmatig worden gevoed.
-
-
-
De dialoogmethode: onderzoek met mensen in armoede
Door Anja ClaeysDe dialoogmethode werd in België voor het eerst gebruikt met het Algemeen Verslag over de Armoede (AVA), een langdurig proces van 1992 tot 1994 waarbij een dialoog werd opgezet tussen mensen in armoedesituaties, politici, de welzijnssector, het gerechtelijk apparaat, de culturele sector en academici. Het rapport bevat meer dan 300 beleidsvoorstellen inzake de bestrijding van armoede. Het vernieuwende van het AVA was dat het mensen in armoede erkende als deskundigen op het vlak van armoede en de bestrijding ervan, en dat ze betrokken werden in de analyse en definiëring van het probleem. Voor de Nederlandstalige verenigingen werd in 2003 het Vlaams armoededecreet goedgekeurd, dat de erkenning en subsidiëring regelde voor Verenigingen waar armen het woord nemen. Bij de erkenningscriteria wordt het organiseren van de dialoog uitdrukkelijk vermeld. Deze tekst is geschreven vanuit de ervaringen met de dialoogmethode in de Beweging van Mensen met Laag Inkomen en Kinderen (BMLIK), een van de verenigingen waar armen het woord nemen (Claeys, 2004). De dialoogmethode wordt in deze tekst niet alleen benaderd als methode om armen bij het beleid te betrekken, maar als vorm van kritisch onderzoek samen met armen.
-
-
-
Fenomenologie: een kwalitatieve stroming met een verscheidenheid aan tradities
Door Max van ManenDe reden dat wetenschappers zich aangetrokken voelen tot fenomenologisch sociaal-wetenschappelijk onderzoek, is dat het een kwalitatieve 'wetenschap' is van acceptabel niveau waarvan de uitgangspunten niet alleen een beroep doen op onze intellectuele competenties, maar ook op onze praktische intuïtieve vaardigheden.
-
-
-
Over tekstsociologie en constructivisme
Door Harry van den BergOp het terrein van de sociologische discoursanalyse in Nederland neemt Gerhard Nijhof een bijzondere positie in. Samen met Paul ten Have kan hij beschouwd worden als een van de nestors op dit gebied. Maar in tegenstelling tot Paul ten Have, die vooral naam heeft gemaakt op het terrein van de conversatieanalyse, heeft Gerhard Nijhof zich vooral gestort op de manier waarop sociale werkelijkheden via taal geconstrueerd worden. Gerhard Nijhof is al vanaf begin jaren tachtig actief in de ontwikkeling van een benadering die hij in navolging van Peter Zima aanduidt als tekstsociologie. Tekstsociologie is ook de titel van het boek, dat eind 2003 van de persen rolde. Het boek pretendeert geen systematische inleiding te geven, maar is een bundel van ten dele eerder gepubliceerde en soms enigszins bewerkte artikelen. Het boek laat zich lezen als een persoonlijke ontdekkingstocht in het veld van discoursanalyse. Mede daardoor is het een zeer leesbaar boek. De keerzijde van een bundeling met eerder verschenen artikelen is echter dat sommige theoretische argumentaties wel erg vaak herhaald worden. Toch is het een boek dat aan te bevelen is aan degenen, die zich willen oriënteren in deze manier van sociologie bedrijven.
-
-
-
Commentaar op de bespreking van Harry van den Berg
Door Gerhard NijhofHarry van den Berg legt in zijn geïnformeerde en 'betrokken' bespreking van mijn Tekstsociologie de nadruk op mijn poging het object van de sociologie: de sociale werkelijkheid, theoretisch in termen van 'betekenis' en bij implicatie in termen van 'taal' te omschrijven. Dat vind ik van belang. Sociologie wordt een beetje een gevestigde wetenschap. De pogingen van het begin van de sociologie om te omschrijven met welke soort werkelijkheid sociologie zich bezighoudt, verdwijnen dan wat naar de achtergrond (een recente uitzondering is een discussie in Mens & Maatschappij door Kees Schuyt, aangezwengeld over de rol van 'ervaring' in sociologisch onderzoek: zie Schuyt (2003) en de commentaren van Dronkers en mijzelf daarop). Toch lijkt me zo'n beschrijving nog steeds van belang: voor de historische sociologie en voor de verklarende sociologie, zoals ik in mijn boek laat zien, maar ook voor de kwalitatieve sociologie. Zo'n definitie van het object van de sociologie bepaalt waar het onderzoek zich op zal moeten richten en wat de bijpassende methode moet zijn.
-
-
-
Over de implicaties van constructivisme
Door Harry van den BergOver veel zaken zijn Gerard Nijhof en ik het wel eens. Toch is zijn repliek aanleiding om op twee wetenschapstheoretische punten nader in te gaan.
-
-
-
Vele bomen sieren het bos
Meer MinderRegelmatig verschijnen er publicaties over kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Het boek van Migchelbrink blijkt te voorzien in de behoefte aan een uitgesproken praktijkgerichte aanvulling op de vele wetenschapstheoretische publicaties op het terrein van methoden en technieken van onderzoek. Niet voor niets is dit de achtste keer dat het boek in zeven jaar tijd is uitgegeven. Migchelbrink schreef deze publicatie op grond van inzichten en ervaringen die hij heeft opgedaan in een reeks van jaren van onderwijs en onderzoek bij gezondheidsinstellingen. Met deze publicatie wil hij een bijdrage leveren aan het adequaat gebruik van praktijkgericht onderzoek, waarbij het zijn bedoeling is in 'gedachtegangen, ideeën en praktische handreikingen voor het ontwerpen en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek' te voorzien. Het boek is bedoeld voor studenten, beroepsbeoefenaren in zorg en welzijn en docentbegeleiders in het hoger beroepsonderwijs. De auteur geeft aan dat er geen speciale voorkennis vereist is voor het lezen van dit boek en dat het geschikt is voor zelfstudie.
-
-
-
Een beginnershandleiding voor onderzoek via internet
Door Patrick BemelmansHet gebruik van internet als onderzoeksbron is een relatief jong verschijnsel en roept klaarblijkelijk op tot het schrijven van handleidingen om hier ten volle gebruik van te kunnen maken. Dit is dan ook overduidelijk de bedoeling geweest van de auteur. In de ondertitel noemt hij het boek een praktische gids voor studenten en onderzoekers in de sociale wetenschappen. In dit opzicht is hij dan ook ten dele geslaagd. Het boek geeft een duidelijk overzicht van de diverse mogelijkheden die het medium, anno 2001, biedt en tracht dit te koppelen aan de verschillende fasen van het onderzoeksproces.
-
-
-
In gesprek met jonge kinderen
Door Jacob van der WelLuister je wel naar mij? is een handboek voor vraaggericht werken met jonge kinderen dat in 2000 voor het eerst verscheen. Het boek is met name bedoeld voor jeugdhulpverleners van divers pluimage, mensen dus die beroepshalve met kinderen werken. Het is echter bruikbaar voor iedereen die wel eens kinderen interviewt. In de inleiding van het boek stelt de auteur, Martine Delfos, dat er nauwelijks literatuur over gespreksvoering met kinderen voor handen is. In boeken als Thomas Gordons Luisteren naar kinderen (Nederlandse publicatie in 1989) wordt daar vanuit opvoedkundig oogpunt weliswaar aandacht aan besteed, het betreft dan vaak werken die we wat oneerbiedig tot de categorie 'ouderzelfhulp' rekenen. Delfos' boek beleefde in betrekkelijk korte tijd acht herdrukken (waaronder twee herziene drukken) en voorziet dus duidelijk in een behoefte. Overigens vond ik het opmerkelijk dat het voorheen kennelijk ontbrak aan een handboek als dit. Onwillekeurig vraag je je af wat dan binnen de jeugdhulpverlening de grondslag was van het vraaggericht werken met kinderen. Dit vormt voor veel hulpverleners toch een belangrijk onderdeel van hun dagelijkse werkzaamheden.
-
-
-
Reactie op Jacob van der Wel
Door Martine DelfosIn de recensie van Jacob van der Wel wordt mijn boek over gespreksvoering met kinderen geplaatst in het kader van vraaggericht werken. Op zich niet verwonderlijk door de nadruk die in het boek gelegd wordt op het respecteren van de deskundigheid van het kind zelf en het kind als uitgangspunt te nemen. Vraaggericht werken is echter een methode van hulpverlening, terwijl het boek vooral een attitude in communicatie voorstaat. Het belang van het boek is voor mij minder de aandacht voor technieken dan juist het implementeren van een respectvolle attitude. Juist daar zit een probleem. Een attitude laat zich nauwelijks vangen in een methode en in de hulpverlening zijn we vaak op zoek naar methoden en, nog liever, in protocollen vast te leggen gedrag.
-
-
-
Najaarsconferentie van het Platform KWALON
Auteurs: Emmanuel Scheppers & Gerdy WeustinkHet Platform KWALON organiseerde in de maand december 2004 een najaarsconferentie getiteld: 'Over analyse'. De conferentie was bedoeld voor onderzoekers, docenten en studenten die zich bezighouden met kwalitatief onderzoek en onderwijs. De middag stond in het teken van de analyse van kwalitatieve onderzoeksgegevens en werd voorgezeten door dr. Adri Smaling. De middag werd afgesloten met het uitreiken van de KWALON scriptieprijzen 2002 en 2003. Dit verslag wil een indruk geven van deze boeiende en drukbezochte studiemiddag.
-
-
-
Een kijkje in de keuken van kwalitatieve analyse
Door Paul LemmensWat is toeval? In kwantitatief onderzoek zijn analyses vaak gebaseerd op aannames over de aselecte, toevallige trekking van onderzoeksobjecten. Conclusies over verbanden tussen variabelen staan of vallen bij correcte aannames over die toevalligheid. Met het toeval houden kwalitatieve onderzoekers zich in hun analyse van hun onderzoeksmateriaal niet zo bezig. Of het zou in de occulte betekenis moeten zijn die de onderzoeksobjecten in hun onderzoek toekennen aan bepaalde ervaringen, zoals bij het gelijktijdig optreden van ogenschijnlijk ongerelateerde, schijnbaar onverklaarbare gebeurtenissen.
-
-
-
KWALON scriptieprijzen 2002 en 2003
Auteurs: Fijgje de Boer, Martine van Selm & Tony HakOp de najaarsconferentie van 2 december 2004 vond de uitreiking plaats van de KWALON scriptieprijzen 2002 en 2003. Dat de scriptieprijs 2002 een jaar later werd uitgereikt dan gepland, was het gevolg van een intensieve discussie in het platform KWALON over de beoordelingscriteria en de doelstellingen van de scriptieprijs. Daardoor ging er een periode overheen voordat definitieve overstemming was bereikt over de scriptieprijs van 2002. Op basis van genoemde discussie is de oproep voor de scriptieprijs enigszins bijgesteld en zijn er nieuwe afspraken gemaakt over de procedure.
-
Volumes & issues
-
Volume 29 (2024)
-
Volume 28 (2023)
-
Volume 27 (2022)
-
Volume 26 (2021)
-
Volume 25 (2020)
-
Volume 24 (2019)
-
Volume 23 (2018)
-
Volume 22 (2017)
-
Volume 21 (2016)
-
Volume 20 (2015)
-
Volume 19 (2014)
-
Volume 18 (2013)
-
Volume 17 (2012)
-
Volume 16 (2011)
-
Volume 15 (2010)
-
Volume 14 (2009)
-
Volume 13 (2008)
-
Volume 12 (2007)
-
Volume 11 (2006)
-
Volume 10 (2005)
-
Volume 9 (2004)