- Home
- A-Z Publicaties
- KWALON
- Previous Issues
- Volume 19, Issue 2, 2014
KWALON - Volume 19, Issue 2, 2014
Volume 19, Issue 2, 2014
-
-
Ook een gewoontedier heeft kwaliteit
Door Fred WesterEditorialEditorial
This editorial offers an introduction to the current issue.
-
-
-
Werkelijkheid, waarneming en rapportage
Door Harrie JansenReality, observation and reporting. The epistemology of qualitative and quantitative researchReality, observation and reporting. The epistemology of qualitative and quantitative research
In recurring debates on philosophical presuppositions, the opposition of qualitative versus quantitative research is often mixed up with other oppositions like positivism versus humanism. Restriction to empirical research may help to clear the debate. With that restriction, qualitative and quantitative research do not differ in their philosophical presuppositions. All empirical research presupposes (1) a reality apart from our senses, (2) the ability of humans to observe reality, (3) the ability to report observations to others, and (4) the ability to test the validity of reports. These presuppositions are necessary and self-evident in daily life, but cannot be proven. One crucial problem is the relationship between reality and language in communicating facts (empirical observations).
-
-
-
De grenzen van taal en het belang van weerstand
Door Reinoud BoschHet lijkt erop dat Jansen bezig is met een zoektocht. Schreef hij in KWALON 50 nog een artikel met (post)positivistische ondertonen (Jansen, 2012), dit keer overheersen constructivistisch-postmodernistische ideeën. Het siert Jansen dat hij deze zoektocht onderneemt en dat hij ons van zijn zoektocht kennis laat nemen. Dat is open, eerlijk en verantwoordelijk, naar mijn mening essentiële criteria voor een goede wetenschapper die kennis en wijsheid nastreeft. Zoals wel vaker het geval is bij constructivistisch-postmodernisme verwaarloost Jansen in zijn artikel wel (een deel van het belang van) de grenzen van taal en het belang van weerstand.
-
-
-
Bonobo’s zijn net mensen
Door Fred WesterIk heb er lang over gedaan, ik ben er nog steeds niet achter. Ik houd het er maar op dat Harrie Jansen stelt dat kwalitatief onderzoek en kwantitatief onderzoek niet wezenlijk van elkaar verschillen. Het zijn beide vormen van wetenschappelijk onderzoek en dus moeten ze zich aan de regels van wetenschappelijk onderzoek houden. Maar wat hij daarbij aandraagt, dat lijkt mij niet zo sterk.Ten eerste het uitgangspunt dat er een objectieve werkelijkheid bestaat. Volgens mij is dat een handige afspraak tussen volwassenen om de kinderen op te kunnen voeden. We kunnen dingen aanwijzen, en die noemen we koe, stoplicht of vies, en daarmee kun je leren hoe met de dingen om te gaan. De wetenschap van het alledaagse leven met zijn levenslessen, wie genoeg televisiekijkt wordt vanzelf een wijsneus.Maar als het gaat om wetenschap, dan wordt het toch wel wat ingewikkelder. Wat doet dat objectieve bij de werkelijkheid? Blijkbaar is de werkelijkheid te gewoon, te verwarrend of niet de echte werkelijkheid? Ceci is inderdaad geen pijp, maar een woord! Tenminste volgens de afspraak in de alledaagse werkelijkheid.Maar belangrijker volgens mij is de vraag die veel dichter bij het verschil tussen soorten onderzoek staat: is de werkelijkheid van de chemie gelijk aan die van de fysica, het recht of de economie? Zijn dat aparte werkelijkheden, deelwerkelijkheden, overlappende werkelijkheden of toch een en dezelfde werkelijkheid, zodat de kennis van het recht niet strijdig mag zijn met die van de chemie? Een werkelijkheid van objecten (dingen, processen) of vele werkelijkheden, met eigensoortige dingen en processen, waarvan hun eigenaardigheden alleen via eigensoortige methoden kunnen worden ontworsteld? Hoe kijken we eigenlijk tegen het onderwerp van onderzoek aan, is de werkelijkheid eigenlijk niet een denkbeeld, of beter een geheel waar in bepaalde kringen gedeelde ideeën over bestaan?‘Wij zijn ons brein’ geeft een context om onderzoek te doen naar depressies, en die verschilt nogal van ‘U bent wat u eet’.Ten tweede het uitgangspunt dat wij mensen zintuigen hebben, of beter dat de werkelijkheid waarneembaar is. Het eerste wat het wetenschappelijk onderzoek kenmerkt, is dat het iets gedaan heeft aan waarneming. De alledaagse ervaring is immers dat de mens wel zintuigen heeft, maar die van de buurman staan wat vreemd afgesteld! De kennis moet dus worden ontdaan van alledaagse waarneming, dat geeft alleen maar ruzie en onenigheid. Waarneming is ook veel te passief, je moet wel een beetje gericht bezig zijn: je moet observeren, zodat je een eigenschap kunt vaststellen of een kenmerk meten. De werkelijkheid, zou ik zeggen, is juist niet goed waarneembaar, daarom wordt er in allerlei beroepen zoveel werk van gemaakt om vast te stellen hoe het ermee zit (het is weliswaar geen pipe, maar wel zeer droog, althans voor plantjes en bejaarden, we raden luchtbevochtiging aan). In deze professionalisering van de waarneming zit een vorm van standaardisering, de Engelse duim, de Rijnlandse duim en die van de buurman zijn vervangen door een uitwisselbaar instrument. Afspraken dus, en die afspraken koppelen twee wezenlijke eigenschappen van observeren: concepties en dimensies.Bij concepties gaat het om eigenschappen van de onderzochte of beoogde werkelijkheid (kenmerk zoals bedoeld volgens de theorie) en bij dimensies gaat het om eigenschappen van de empirie (kenmerk zoals bepaald door het instrument).Wetenschap is dus inderdaad een spel zonder grenzen, want we hebben er een (blik op de) werkelijkheid bij verzonnen: de empirie. Wat Harrie zintuigen noemt, is dus inderdaad geen pipe, maar een professionele theorie over wat je kunt meten of bepalen met een archief van observaties, die van de eigenschappen zoals bepaald. Daarmee hebben we in het wetenschappelijk onderzoek te maken met twee versies van de werkelijkheid die we onderzoeken: de werkelijkheid zoals die in onze ideeën bestaat (en die we zouden willen begrijpen, meten en verklaren) en de werkelijkheid zoals die via onze instrumenten kan worden geobserveerd. Je kunt niet zonder de een of de ander: meten met instrumenten wordt een zinloos ritueel als er niet een probleem over de werkelijkheid achter zit; denken over de wereld wordt erg vrijblijvend als er niet waarnemingen bij worden betrokken.
-
-
-
Commentaar op het essay van Harrie Jansen
Door Edward GroenlandIn het betoog van Harrie Jansen staat het begrip ‘werkelijkheid’ centraal, en dat is terecht. De ‘werkelijkheid van objecten (dingen, processen)’, zoals hij het formuleert, vormt immers het decor, de stoffelijke wereld, waarin menselijk gedrag in algemene zin het studieobject van sociaalwetenschappelijk onderzoek vormt. De auteur stelt dat de waarheid van de stelling dat deze werkelijkheid een objectieve werkelijkheid is, niet kan worden bewezen. Ook daar valt weinig tegen in te brengen. Dit laat echter onverlet dat beide mogelijkheden er is één objectieve werkelijkheid of er zijn multipele, subjectief beleefde werkelijkheden openblijven. Dan komen er stellingen die aannemelijk maken dat het onderzoeksproces zelf een subjectief (of op zijn hoogst een geobjectiveerd) interpretatieproces is, en ook dat is invoelbaar. Maar dan gaat het mis in het betoog. Gegeven deze stellingen trekt de auteur namelijk de conclusie dat kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksbenaderingen, in termen van kennistheorie ten aanzien van de werkelijkheid, van dezelfde soort zijn. Omdat we niet kunnen vaststellen of de objectieve werkelijkheid bestaat, omdat we de werkelijkheid alleen maar kunnen kennen zoals ze zich aan ons voordoet, zouden zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoekers de facto het kwalitatieve, subjectieve interpretatiekader als uitgangspunt moeten nemen.Ik zou daartegenover willen stellen dat de onderzoeker die een objectief wereldbeeld aanhangt, en moet terugvallen op een subjectief interpretatieproces, nog steeds objecten van onderzoek, methoden van dataverzameling en analyse kan en moet kiezen, die wezenlijk verschillen met die uit de kwalitatieve benadering. Het blote feit dat de beide opvattingen ter zake van de werkelijkheid structureel en inhoudelijk van elkaar verschillen, heeft als zodanig al consequenties voor de wijze waarop het wetenschappelijk onderzoek de werkelijkheid dient te benaderen.
-
-
-
De plaats van zintuiglijke waarneming
Door Adri SmalingIn de sociale wetenschappen is het gebruikelijk kwantificerend onderzoek en kwalitatief onderzoek als vormen van empirisch onderzoek te zien. Dit wil zeggen dat zintuiglijke waarneming een belangrijke plaats inneemt. Maar Harrie Jansen geeft zintuiglijke waarneming wel een heel erg belangrijke plaats. Hij noemt vier vooronderstellingen voor de mogelijkheid van empirische wetenschap. Deze vooronderstellingen zouden ‘we’ gemeenschappelijk in ons onderzoekersleven maken en als vanzelfsprekendheden hanteren. (Ik weet niet wie die ‘we’ allemaal zijn, maar ik ken wetenschappers, onder wie ikzelf, die dit niet zo doen.) Jansen levert vervolgens kritisch commentaar bij die vooronderstellingen en begint dan zijn slotwoord als volgt: ‘Zoals gezegd geldt het bovenstaande zowel voor kwalitatief als voor kwantitatief empirisch onderzoek en voor alle paradigmatische of disciplinaire subcategorieën van beide typen.’ En hier ben ik het niet mee eens. De toelichtingen van Jansen bij de vooronderstellingen zijn nu juist behoorlijk paradigmatisch van aard, helemaal niet neutraal. Zijn opmerkingen en opvattingen zijn veel te veel ingegeven door het centraal stellen van zintuiglijke waarneming, waardoor zijn betoog een eenzijdig empiristisch karakter heeft. Laat ik dit toelichten aan de hand van de vier door Jansen genoemde vooronderstellingen.
-
-
-
Empirie
Door Harrie JansenMet veel plezier heb ik de commentaren gelezen van de discussianten die ik al vele jaren ken en waardeer als mederedacteuren van KWALON. Ik voel me gesterkt door de ervaring dat zij het weliswaar alle vier, ieder op zijn manier, apert oneens zijn met kernonderdelen van mijn essay, maar het blijkbaar toch de moeite waard vonden om er tot hoofdbrekens toe voor te gaan zitten.Ik zal aan de hand van de commentaren nadere toelichtingen geven bij mijn kernbegrippen en stellingen en de conclusie die ik daaruit getrokken heb.Ik begon mijn essay met de constatering dat de discussie over de tegenstelling kwalitatief onderzoek-kwantitatief onderzoek wordt vertroebeld door vermenging met andere tegenstellingen en dat je de discussie alleen helder kunt krijgen als je die beperkt tot empirische wetenschap, dat wil zeggen wetenschap die toetsbare uitspraken pretendeert te kunnen doen op basis van waarnemingen. De inzet van mijn essay was vervolgens om te specificeren wat de vooronderstellingen zijn van die pretentie en hoe realistisch die zijn, en de stelling dat die vooronderstellingen (en hun beperkingen) zowel voor kwalitatief als voor kwantitatief empirisch onderzoek gelden.
-
-
-
Het kritisch-creatief hermeneutisch data-analyseraamwerk
Auteurs: Shaun Cardiff & Famke van LieshoutThe critical-creative hermeneutic data analysis frameworkThe critical-creative hermeneutic data analysis framework
In this article the authors introduce an alternative method for thematic data analysis. Data analysis has traditionally been conducted for instead of with research participants. The seven-phased critical-creative hermeneutic data analysis framework is based on the principles of hermeneutics, criticality and creativity. The combined use of dialogue and creative expression enables both participant participation in data analysis as well as the surfacing of tacit and embodied knowledge for contestation and debate in communicative spaces.
-
-
-
De paradox van papieren permissie
Door Lotje de VriesThe paradox of field research permitsThe paradox of field research permits
This essay provides an account of the way in which permits for field research in South Sudan were obtained. It shows how, despite the fact that the new country did not have a formal procedure for researchers, doing fieldwork at South Sudans borders with DR Congo and Uganda would have been impossible without a few letters of endorsement signed by people within the South Sudanese government. This inherent contradiction is further complicated by a paradox: The security personnel at the border interpreted the letters differently than the staff in the government offices in the capital. The essay argues that the contradiction between practice and procedures and the paradox of variable legitimacies provide key insight in the everyday organization of the state in South Sudan, both in the center and in the periphery.
-
-
-
Informed consent in de etnografische veldwerkpraktijk
Door Petra HeyseInformed consent in ethnographic research practice. Deep waters between macro ethical regulation and micro ethical fieldwork dilemmasInformed consent in ethnographic research practice. Deep waters between macro ethical regulation and micro ethical fieldwork dilemmas
Drawing on my experiences of nine months of ethnographical fieldwork in an international matchmaking agency in Saint-Petersburg (Russia), I show how the negotiation of ‘informed consent’ in practice differs from ‘informed consent’ procedures of universities’ and research funds’ ethical review boards. Evidence in my case study contributes to existing debates that question the applicability in ethnography of consent rituals that are common in (bio)medical and psychological sciences. These ‘informed consent’ protocols have been criticized to be insufficiently empirically grounded in the ethnographical fieldwork practice. My tale from the field offers empirical evidence for a further conceptual refinement of a process-based approach to consent negotiations. I both provide recommendations for an adaptation of ethical regulations on a macro level and for a more reflexive consent negotiation in the situated ethnographic fieldwork practice.
-
-
-
Controversieel? Nou, nee!
Door Lammert Gosse JansmaBook reviewBook review
In this contribution the author reviews Ethics in qualitative research: controversies and contexts by M. Hammersley and A. Traianou.
-
-
-
Over dysfunctionele arbeidsomstandigheden aan universiteiten en het belang van positionality, belonging en context sensitivity
Door Karen MogendorffBook reviewBook review
In this contribution the author reviews Social research & reflexivity: content, consequence and context by T. May & B. Perry.
-
-
-
Duizelingwekkende combinaties
Door Jillis KorsBook reviewBook review
In this contribution the author reviews Wat doen sociaal werkers wanneer ze sociaal werk doen? Een etnografie van professionaliteit by M. van Lanen.
-
-
-
Repliek
Door Martijn van LanenOp de eerste plaats wil ik Jillis Kors hartelijk bedanken voor zijn boeiende en zorgvuldige recensie. Ik ben van mening dat hij er goed in geslaagd is om zowel de sterke kanten als de ‘mitsen en maren’ van mijn onderzoek op een rij te zetten.De omschrijving van de methodologische onderbouwing van mijn proefschrift als ‘in de meest positieve benadering als een snoepwinkel voor kwalitatieve onderzoekers. In de meest negatieve benadering (…) een duizelingwekkende attractie (…) waarbij diverse vraagtekens geplaatst kunnen worden’, vind ik zeer vermakelijk, maar absoluut ook treffend. Methoden zijn voor mij dienend om een verhaal op gestructureerde wijze te vertellen. Voortdurend wilde ik het verhaal waarvan ik als onderzoeker vond dat het verteld moest worden, leidend houden. De methodiek heeft in die zin ook het verhaal, de betekenisvolle etnografie van het werk van de sociale professionals, gevolgd. En daarbij komen we inderdaad zowel snoepwinkels als duizelingwekkende attracties tegen. Methodisch gezien wellicht niet geheel comme il faut. Aan de andere kant is het daarmee wel een logisch gevolg van gemaakte keuzes.Ik weet niet zeker of ik de conclusie van Kors juist interpreteer. Hij lijkt te suggereren dat ik concludeer dat sociale professionals niet veel nieuws doen. In dat geval deel ik deze conclusie niet. Integendeel, ik geef aan dat sociale professionals juist voortdurend hun nek uitsteken, complexe keuzes maken en beslissingen moeten nemen waarbij de uitkomsten niet van tevoren vaststaan. En nog belangrijker: dat de professionals daarbij zeer gebaat zouden zijn bij bedrijfskundige vaardigheden als risicotaxatie en scenarioplanning. Het werk in de sector kost geld en heeft risico's. Daar moeten de professionals zich meer toe gaan verhouden. En de ervaring leert, wanneer ik deze resultaten voorleg aan studenten en/of het werkveld, dat dit wel degelijk nieuwe inzichten zijn.
-
-
-
Symposium over kwalitatief onderzoek rond kinderen, jongeren en zorgprofessionals
Meer MinderNewsNews
The section News gives an overview of current events.
-
-
-
In memoriam Rudy Richardson
Door Fred WesterNewsNews
The section News gives an overview of current events.
-
Volumes & issues
-
Volume 29 (2024)
-
Volume 28 (2023)
-
Volume 27 (2022)
-
Volume 26 (2021)
-
Volume 25 (2020)
-
Volume 24 (2019)
-
Volume 23 (2018)
-
Volume 22 (2017)
-
Volume 21 (2016)
-
Volume 20 (2015)
-
Volume 19 (2014)
-
Volume 18 (2013)
-
Volume 17 (2012)
-
Volume 16 (2011)
-
Volume 15 (2010)
-
Volume 14 (2009)
-
Volume 13 (2008)
-
Volume 12 (2007)
-
Volume 11 (2006)
-
Volume 10 (2005)
-
Volume 9 (2004)