- Home
- A-Z Publications
- KWALON
- Previous Issues
- Volume 9, Issue 2, 2004
KWALON - Volume 9, Issue 2, 2004
Volume 9, Issue 2, 2004
-
-
Toegang tot kwalitatieve onderzoeksinformatie: ook in het Nederlands?
More LessHet zoeken naar informatie is met internet aanzienlijk gemakkelijker geworden. Er zijn veel zoekmachines die je – na het intypen van het zoekwoord – toegang geven tot de informatie waarnaar je op zoekt bent. Je krijgt dan overwegend heel gerichte – en vaak feitelijke – informatie over bijvoorbeeld een bepaalde ziekte waar je aan lijdt, over de diagnose of de verschijnselen. Je kunt ook meer lezen over de medicatie die je hebt ontvangen. Je zoekt naar contactadressen of bepaalde organisaties. Het is er bijna allemaal te vinden. Ook reisverhalen over bepaalde streken of trektochten die mensen hebben gemaakt. Zoeken op internet wordt moeilijker als je minder feitelijke informatie wilt vergaren. Als je zoekt naar een thema of een verschijnsel dat je op een kwalitatieve wetenschappelijke wijze wilt onderzoeken.
-
-
-
Kwalitatief onderzoek en exploratie
More LessIn deze bijdrage maak ik een onderscheid tussen 'kwalitatief onderzoek' en 'explorerend onderzoek', en probeer ik vervolgens te achterhalen wat de relatie tussen deze twee benaderingen is. De conclusie is dat de empirische relatie sterk is, met andere woorden, dat ze meestal in combinatie voorkomen. Ten slotte wordt betoogd dat er niets mis is met exploratie of 'verkenning'.
-
-
-
Inzet kwalitatief onderzoek niet altijd explorerend van aard
More LessMet dank aan Prof. Dr. Maria Bouverne-de Bie voor de inhoudelijke discussies over dit onderwerp.
-
-
-
De kwalitatieve survey: soms routineus, meestal exploratief, meestal beschrijvend, vaak hypothesevormend, soms toetsend
More LessHet essay van Swanborn heb ik met instemming gelezen voor wat betreft de pragmatische benadering en de waardering van explorerend onderzoek. Kwalitatief onderzoekers voelen zich vaak in het defensief gedrongen door labels als 'beschrijvend' en 'exploratief' die minder hoog aangeschreven staan dan 'toetsend' en 'verklarend'. Voor dat gevoel zijn goede redenen, gezien de miskenning van de wetenschappelijke waarde en noodzaak van kwalitatief onderzoek in algemene methodologieboeken en in universitaire m & t curricula. Swanborn steekt ons een hart onder de riem door te stellen dat zonder beschrijving en vooral exploratie geen wetenschap totstandkomt. Toch vind ik de 'kwantitativistische' bias ook in zijn tekst. De strekking blijft dat het meeste kwalitatieve onderzoek toch exploratief en beschrijvend is en dat toetsing van theorie toch voornamelijk voorbehouden is aan kwantitatief onderzoek. Zoals vaak wordt de vraag naar theorievorming echter ook hier niet aan de orde gesteld, alsof dat niet de kerntaak is van alle wetenschap.
-
-
-
Reactie op Harrie Jansen en Griet Verschelden
More LessVoor wat Harrie Jansen's bijdrage betreft beperk ik me tot de paragraaf over 'Exploratie en routine'. Deze ligt ietwat bezijden de kern van mijn essay (die betreft de relatie tussen kwalitatief onderzoek en exploratie), maar raakt, denk ik, wel het hart van de verhouding tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
-
-
-
Russische Maffia in Nederland?!
By Dina SiegelParticiperende observatie wordt in de criminologie nauwelijks gebruikt. Dat geldt met name voor het bestuderen van georganiseerde misdaad. De meeste studies over dit verschijnsel zijn gebaseerd op justitiële en politiële gegevens, op interviews met deskundigen (vaak op hun beurt ook weer personen uit het veld van politie en justitie) of sleutelrespondenten, die bereid zijn met de autoriteiten samen te werken (spijtoptanten) of hun levensverhaal te (laten) publiceren.
-
-
-
De verleden wereld van een tekst
More LessAls iets de historiografie kenmerkt dan is het wel het gebruik van bronnen. In de voetnoten en bijlagen van historische studies wordt nauwkeurig en uitvoerig naar bronnen verwezen. Zonder bronnen geen geschiedenis, lijkt het wel. Toch is dat maar voor een deel waar. De inbreng van de historicus, diens hunches and guesses, is onontbeerlijk om de bronnen te laten spreken. De historicus duidt, kiest, ordent en verbindt en ontwerpt een beeld van het verleden – zo ontstaat geschiedenis.
-
-
-
Handleiding voor gedragswetenschappelijk onderzoek via internet
More LessMet dit boek willen de auteurs een overzicht bieden van de mogelijkheden voor het doen van onderzoek via internet. Het boek is bestemd voor onderzoekers op het brede gebied van de sociale en gedragswetenschappen. Zelf zijn de auteurs afkomstig uit de psychologie en de cognitieve wetenschappen. De meeste voorbeelden zijn aan deze wetenschapsgebieden ontleend, maar de gedragswetenschappelijke invalshoek bepaalt ook de thema's die in het boek aan de orde komen. Het boek behandelt primair en secundair onderzoek. De meeste aandacht krijgt het primair onderzoek dat wordt opgevat als onderzoek dat zijn gegevens ontleent aan individuele deelnemers. Zo wordt uitvoerig ingegaan op het uitvoeren van surveys via internet, maar onderzoek van websites van organisaties blijft bijvoorbeeld buiten beschouwing.
-
-
-
Internetetnografie in de praktijk: gender en virtualiteit
More LessEtnografie is traditioneel een vorm van onderzoek waarbij de onderzoeker herhaaldelijk, langdurig en intensief contact maakt met de onderzochten, en waarbij hun groepsleven, hun 'cultuur', het onderwerp is. In de oudere antropologie ging de onderzoeker voor langere tijd wonen bij de stam die hij of zij onderzocht. Men probeerde de taal te leren, niet alleen de grammatica en het lexicon, maar ook de semantiek en de metaforiek. Dat deed men via 'participerende observatie', bekijken wat mensen doen en daarover veel met ze praten. De laatste tientallen jaren zijn er allerlei variaties op die basisvorm ontwikkeld. Het 'wonen bij' wordt vaak vervangen door herhaaldelijk langskomen. Wat wordt onderzocht is vaak een subcultuur binnen de eigen globale cultuur. Dat kan een criminele leefwijze zijn of een beroepsmatig gespecialiseerde activiteit; er zijn allerlei mogelijkheden. Een van die nieuwere vormen van etnografie begint bekend te worden onder de naam 'internetetnografie', of varianten daarvan zoals online ethnography, of virtual ethnography.
-
-
-
Discoursanalyse: twee inleidingen ter discussie
More LessAls gevolg van de groeiende aandacht voor discoursanalyse is er onmiskenbaar behoefte aan een goede introductie. Uitgevers lijken daar een fijne neus voor te hebben. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het initiatief van Sage om vrijwel tegelijkertijd met maar liefst twee introducties op de markt te komen. De eerste introductie is een boekje in de reeks 'Qualitative Research Methods Series': de bekende blauwe reeks met inleidingen in diverse methoden van kwalitatief onderzoek. Het boekje is geschreven door Nelson Phillips en Cynthia Hardy. Beide auteurs hebben diverse studies verricht op het terrein van organisatieprocessen. De tweede introductie is geschreven door Louise Phillips en Marianne Jørgensen, die een achtergrond hebben in de communicatiewetenschappen. Hoewel beide boeken hetzelfde doel beogen (een inleiding bieden in het complexe veld van discoursanalyse), zijn ze onvergelijkbaar zowel wat betreft opzet als behandeling van het veld van discoursanalyse. Om die reden zal ik ze ook afzonderlijk bespreken.
-
-
-
De derde methodologische beweging?
More LessNegen jaar na de publicatie van het Handbook of Qualitative Research (1994) is nu bij Sage het Handbook of Mixed Methods verschenen. Of het zo zal aanslaan als het eerstgenoemde handboek, betwijfel ik. Dat het de kwaliteit daarvan niet haalt, ligt niet aan het onderwerp en de opzet, maar meer aan de aard van de bijdragen en – volgens mij – aan de stand van zaken rond de gecombineerde methodebenadering.
-
-
-
Hermeneutisch onderzoek naar creatieve processen
By Tineke AbmaMetafoor tussen methode en magie is een proefschrift van Heidi Muijen over creatieve trajecten en werkvormen in de geestelijke gezondheidszorg en het organisatiewezen. Aanleiding vormde de opkomst van creativiteit en creatieve werkvormen in beide sectoren. In de geestelijke gezondheidszorg weerspiegelt deze ontwikkeling zich in het werken met beeldende vormgeving, muziek en dans. Creatieve therapie staat echter steeds meer onder druk nu bedrijfsmatige concepten hun intrede doen in de gezondheidszorg en efficiency en effectiviteit dominante parameters zijn geworden. In de wereld van de management- en organisatieconsultancy winnen creatieve trainingen terrein, in de vorm van bijvoorbeeld survivaltochten en de 'techniek' van het metaforisch herkaderen van (organisatie)problemen. En ook op het terrein van coaching en advies is het niet langer ongebruikelijk om met beeldende middelen te werken.
-
-
-
Over de samenklank van filosofische en levende metaforen in een onderzoeksdialoog
By Heidi MuijenVoor mij als auteur is het verheugend te merken dat de zaak die mij zo intensief heeft beziggehouden tijdens het verrichten van promotieonderzoek en met het schrijven van een proefschrift, aandacht krijgt van een gewaardeerde geestverwante. Graag ga ik in op een kritische noot in Abma's bespreking, zonder die overigens te willen wegpoetsen. Ik besef goed dat de stijl van mijn boek de toegankelijkheid voor een breed publiek bemoeilijkt. In positieve zin volgt hieruit dat het onderwerp van mijn studie een bredere belangstelling kennelijk verdient! Dat vind ik op zichzelf al een verheugende erkenning. Inderdaad heb ik mij met dit proefschrift gevoegd in een academische traditie, wellicht meer dan dat ik mij heb aangesloten bij vernieuwers van deze traditie. Niettemin was mijn schrijven erop gericht om 'van binnenuit' – binnen de gebruikelijke kaders van een academisch proefschrift – een vernieuwing of misschien beter een verrijking van het vakfilosofische denken en jargon te bewerkstelligen. Dit heb ik gedaan door de metaforiek van de filosofische vaktaal te laten weerklinken in de dialoog met de praktijk en vice versa, door de levende metaforen uit de veldstudie door te laten werken in het filosofische jargon. Of dit inderdaad – behalve in het voorwoord – ook elders in het boek manifest wordt, laat ik vanzelfsprekend graag aan lezers over. Door een andere kritische lezer is deze wisselwerking van filosofische en praktische betekeniskaders als 'Leven (z)onder toezicht' geïnterpreteerd (Harrie Regtering in Filosofie okt/nov. 2003, p. 48-49). Deze lezing van mijn boek legt het accent treffend op het belang van de door mij geschetste 'dialogische middenpositie': een existentiële ruimte die begrensd wordt door een oneindigheid aan mogelijke betekeniskaders, waarin de eindigheid van juist dit specifieke betekeniskader vorm krijgt. Deze paradox vindt plaats vanuit een (innerlijke en externe) dialoog die balanceert tussen 'romantische' identificatie – vanuit gevoel, verbeelding en intuïtie – met de gesprekspartners en met de zaak waarover gesproken wordt en 'rationele beschouwing'. Hoe de door mij gekozen balans in die existentiële ruimte de participanten van mijn onderzoek heeft aangesproken, heb ik trachten mee te nemen in de verschillende fasen van onderzoek. Zo zijn de 'semi-gestructureerde vragen' niet uit een geïsoleerde onderzoekskoker komen rollen, maar deze vormen de neerslag van een eerdere wisselwerking met de onderzoekspraktijk (door middel van voorstudies en een pilot). De in de vragen verwoorde thema's zijn dus wel degelijk mede door participanten aangedragen, maar deels hebben ze een betekenisverschuiving ondergaan door de wijze waarop ze in mijn onderzoekskader een plaats kregen. Of deze werkwijze de kwalificatie 'actieonderzoek' legitimeert, laat ik eigenlijk graag aan het oordeel van de meer ter zake kundige over. In mijn boek geef ik een beschrijving van een specifieke 'dialogische onderzoekspraktijk' gericht op de wisselwerking van filosofische en praktijkkennis, waarbij ik mij door Abma's 'responsieve onderzoeksmethode' mede heb laten inspireren. Haar respons op mijn boek nodigt uit om mijn werk nog dialogischer voort te zetten.
-
-
-
Donatiedilemma's: eigen lijf of ander leven?
By Eline KieftDoor de technische verworvenheden van de vorige eeuw ligt de transplantatie van organen binnen de huidige mogelijkheden van de medische wetenschap. Dat de mogelijkheid hiervoor inmiddels bestaat, betekent nog niet dat deze ingreep onomstreden is. De cijfers liegen er niet om. Sinds in 1998 de Wet op de Orgaandonatie (WOD) in werking trad, is het aantal beschikbare donororganen gedaald. Hoewel de meeste Nederlanders positief denken over (postmortale) orgaandonatie, heeft slechts een op de vijf Nederlanders dit door middel van het donorregistratieformulier ook daadwerkelijk positief bevestigd. De oorzaken van deze paradox lopen uiteen. Hoffer noemt onder andere onverschilligheid, gebrek aan informatie en angst om over de dood na te denken. Met dit boek vraagt de auteur aandacht voor de ethische en levensbeschouwelijke vragen die de nieuwe medische mogelijkheden oproepen en wil hij bovendien levensbeschouwelijke motieven nagaan die mogelijk de oorzaak kunnen zijn van het lage aantal donorregistraties. Het is hiermee tevens een van de eerste aanzetten tot kwalitatief empirisch onderzoek op dit terrein.
-
-
-
De meerwaarde van kwalitatief onderzoek
By Cor HofferIn haar bespreking van mijn boek over orgaandonatie constateert Eline Kieft dat de christelijke invalshoek veruit de meeste pagina's in beslag neemt. Ze vindt dat jammer, omdat daardoor 'het (formele) gedachtegoed' van jodendom, islam en humanisme relatief minder aan bod komt. Gelukkig ziet ze een en ander gecompenseerd door de uitgebreide citaten van gelovigen uit de drie laatste levensbeschouwelijke stromingen.
-
-
-
Kosmopolieten rond de dorpspomp
By Fred WesterVolgens de flaptekst verheldert René Gabriëls in dit proefschrift 'hoe vooral Nederlandse intellectuelen voor en van ideeën leven. Hij is nagegaan hoe zij intervenieerden in publieke controverses over kernenergie, armoede en Rushdie'. In het voorwoord maakt Gabriëls duidelijk dat het intellectuele klimaat in Nederland hem niet bevalt. In Nederland zijn intellectuelen doorgaans moralisten of ironici die in een soort double bind situatie met elkaar zijn verbonden, wat verstikkend is voor het intellectuele klimaat. Maar Gabriëls ontwaart de opkomst van de kosmopoliet die de traditionele intellectueel komt vervangen.
-
-
-
Misplaatste coterietjes
More LessFred Wester slaagt er niet in zijn kritiek op mijn proefschrift goed te beargumenteren. Zijn kritiek betreft vooral vier kwesties: de methode van onderzoek, de definitie van het begrip intellectueel, de relatie tussen feiten en waarden en het spanningsveld tussen waarheid en methode.
-
-
-
Ter afsluiting: dupliek van Fred Wester
By Fred WesterGabriëls heeft natuurlijk gelijk dat ik zijn boek had kunnen lezen alsof het door Foucault geschreven is. Ik heb het gelezen alsof het een sociaal-wetenschappelijk onderzoek is. Ik heb de waarheid niet in pacht, maar vanuit die onderzoeksoptiek vind ik de analyse van de intellectuelen in Nederland niet overtuigend. En zonder die onderzoeksoptiek vind ik zijn verhaal over de intellectuelen ook helemaal niet spannend. 'De Tweehonderd, (of desnoods vijftig, vijfentwintig of mag het ook tien zijn?) van Gabriëls' had ik wel leuk gevonden. Dat neemt niet weg dat Gabriëls werk heeft verricht dat zijn promotoren en anderen heeft overtuigd. Ik geloof beslist dat hij getracht heeft de controverses 'waarheidsgetrouw' weer te geven. Maar dat het een illusie is om exact te definiëren wat een intellectueel is, ontslaat je nog niet van de plicht om regelmatig je sensitizing concept nauwkeurig te omschrijven zodat de lezer een idee krijgt waar het om gaat. Dan is het maar de vraag of de door Gabriëls ontdekte kosmopolieten intellectuelen zijn zoals hier bedoeld. Ik kreeg nu allerlei associaties met een soort sekte, die nog flink van zich kan laten horen in Star Wars VIII (The Revenge of the Cosmopolitans).
-
-
-
Impressie van de ZonMw-publieksdag 'Zeggenschap in wetenschap'
Authors: Tineke Abma, Leontine van de Ven, Elise Adriaanse & Guy WiddershovenIn het kader van de Week van de Chronisch Zieken 2003 werd op 7 november 2003 in het World Trade Center in Rotterdam de publieksdag 'Zeggenschap in Wetenschap' gehouden. Deze werd georganiseerd door subsidiegever Zorg Onderzoek Nederland, Medische Wetenschappen (ZonMw). De dag bestond uit een aantal plenaire lezingen en parallelle workshops verzorgd door patiëntenorganisaties. Op een markt met stands konden patiëntenorganisaties zich presenteren. Daarnaast waren er posterpresentaties van onderzoeken binnen het programma Chronisch Zieken van ZonMw. Ria Bremers leidde de dag. Erika Terpstra reikte de ZonMw-publieksprijs uit aan het meest humane zorginitiatief in 2003. Deze prijs ging naar een projectvoorstel van het NIVEL in samenwerking met Thuiszorg Stad Utrecht over het doorbreken van depressie bij mensen met dementie. We woonden de dag bij en geven een impressie.
-
Volumes & issues
-
Volume 29 (2024)
-
Volume 28 (2023)
-
Volume 27 (2022)
-
Volume 26 (2021)
-
Volume 25 (2020)
-
Volume 24 (2019)
-
Volume 23 (2018)
-
Volume 22 (2017)
-
Volume 21 (2016)
-
Volume 20 (2015)
-
Volume 19 (2014)
-
Volume 18 (2013)
-
Volume 17 (2012)
-
Volume 16 (2011)
-
Volume 15 (2010)
-
Volume 14 (2009)
-
Volume 13 (2008)
-
Volume 12 (2007)
-
Volume 11 (2006)
-
Volume 10 (2005)
-
Volume 9 (2004)