- Home
- A-Z Publicaties
- Pedagogiek
- Previous Issues
- Volume 35, Issue 1, 2015
Pedagogiek - Volume 35, Issue 1, 2015
Volume 35, Issue 1, 2015
-
-
Het geweten: analyse van een grondbegrip van morele opvoeding
Auteurs: Jan Steutel & Doret De RuyterSamenvattingEen begrip van geweten wordt voorondersteld in elke opvoedingstheorie die de ontwikkeling van het geweten centraal stelt – en wellicht zelfs in elke theorie en praktijk van morele opvoeding. In dit artikel wordt het ‘alledaagse’ begrip van het geweten aan een analyse onderworpen, dat wil zeggen het gewetensbegrip zoals dat volgens de regels van de omgangstaal wordt gebruikt. Allereerst worden vier typen van situaties beschreven waarin het geweten tot ons spreekt. Vervolgens wordt onderzocht welke kenmerken typerend zijn voor de stem van het geweten. Ongeacht de situatie blijkt het geweten ons steeds toe te spreken in de vorm van een moreel oordeel dat negatief, intuïtief en particulier is, dat louter betrekking heeft op het eigen gedrag, en dat de cognitieve component vormt van principeemoties. Het geweten zelf kan dan worden begrepen als een dispositie die zich onder bepaalde voorwaarden manifesteert in principe-emoties, namelijk wanneer we onze eigen morele principes overtreden of dreigen te overtreden. Tot slot worden enkele punten van kritiek besproken en worden enkele pedagogische
-
-
-
De identificatie van kinderen met leerproblemen in tijden van expansie van het speciaal onderwijs en vestiging van de academische orthopedagogiek in Nederland (ca. 1945-1965)
Door Nelleke BakkerSamenvattingOveral in het Westen manifesteerden zich tussen circa 1945 en 1965 groei en differentiatie van het speciaal onderwijs. In Nederland verliep deze expansie parallel aan de academische erkenning van de studie van leerstoornissen. Hoe verhouden deze twee processen zich tot elkaar? Dit artikel betoogt dat in Nederland het speciaal onderwijs en de orthopedagogiek elkaars groei en ontwikkeling wederzijds hebben gestimuleerd. De creatie van nieuwe categorieën kinderen met leerstoornissen heeft een klimaat geschapen waarin de studie van leerproblemen en hun behandeling kon bloeien. Dit heeft op zijn beurt verdere differentiatie tussen kinderen met leermoeilijkheden bevorderd. Problemen van identificatie en categorisering van kinderen met zwakke schoolprestaties bleken al snel te gecompliceerd om alleen af te gaan op een intelligentietest en een medisch-psychologische diagnose. Een onderwijskundige prognose op basis van langdurige observatie en allerhande tests werd de sleutel voor de toekomst van een kind met een leerstoornis. Pedagogen werden de voornaamste sleuteldragers.
-
-
-
Aan welke doelstellingen moeten schooldoorlichtingen voldoen? Exploratieve studie in Vlaanderen met de Delphi Methode
Auteurs: Maarten Penninckx & Jan VerhoofSamenvattingDe voorbije twee decennia zijn verschillende beschrijvende studies uitgevoerd naar de effecten van doorlichtingen. Vooralsnog is er echter in geen enkele onderwijscontext nagegaan welke verwachting verschillende stakeholders stellen ten aanzien van de effecten van de doorlichting, en dus wat de doelstellingen zijn waaraan doorlichtingen zouden moeten voldoen. Deze wenselijke doelstellingen van doorlichtingen worden bepaald door de gedeelde verwachtingen van verschillende belanghebbenden in het onderwijsveld. Deze studie beoogt een inventarisatie van door de verschillende belanghebbenden in het Vlaamse onderwijs ondersteunde doelstellingen die aan een doorlichting zouden moeten worden gesteld. Deze inventarisatie biedt een referentiekader waaraan de effecten van een doorlichting kunnen worden afgetoetst. Omwille van het exploratieve karakter van deze studie op een afgelijnd domein waarbinnen nog maar weinig bekend is, werd gekozen voor de Delphi-methode. Door deze methode konden de standpunten van experten worden verkend en doorheen verschillende onderzoeksrondes met elkaar worden geconfronteerd. Algemene doelstellingen die ten aanzien van doorlichtingen worden gesteld, zijn de verantwoordingsgerichte, ontwikkelingsgerichte en de beleidsinformerende doelstelling. Deze studie bevat ook een verdere concretisering van deze doelstellingen en een inschatting van het relatieve belang van elk van de concrete doelstellingen. Niet over elke doelstelling kon consensus worden bereikt. Onder meer de interpretatie van het grondwettelijke principe van Vrijheid van Onderwijs en de invulling van de gescheiden rollen tussen inspectie en pedagogische begeleiding, liggen hieraan ten grondslag. In deze gevallen schept deze studie klaarheid in de argumenten die door verschillende experten worden gehanteerd.
-
-
-
Artefacten als onderwijsvernieuwers. De casus van de BaSO-fiche in de zorgcontinuïteit tussen basis- en secundair onderwijs.
Auteurs: Virginie März, Geert Kelchtermans, Karen Vermeir & Anne AppeltansSamenvattingDe inhoud en doelen van onderwijsvernieuwingen krijgen vaak gestalte in concrete objecten. De ideeën achter de vernieuwing worden dan als het ware gematerialiseerd in speciaal ontworpen instrumenten die tot doel hebben bij te dragen tot betere onderwijspraktijken, ook wel artefacten genoemd. Gedurende lange tijd werd het precieze aandeel van artefacten in het verloop van vernieuwingsprocessen echter geminimaliseerd. Om de rol van artefacten te bestuderen, zoomen we in dit artikel in op de organisatorische routines die in scholen rond een vernieuwingsartefact kunnen ontstaan. We illustreren dit met een onderzoek naar de implementatie van de BaSO-fiche in Vlaamse scholen, een instrument dat ontwikkeld werd om de zorgcontinuïteit tussen het basis- en het voortgezet onderwijs te stimuleren. Via een artefactanalyse en semi-gestructureerde interviews met de ontwerpers en gebruikers van de fiche ontrafelen we de rol die de BaSOfiche vervulde in de vernieuwing van de (zorg)praktijken van de betrokken scholen. De resultaten laten zien dat de introductie van de BaSO-fiche een specifieke manier van denken, spreken en handelen rond zorg mogelijk en vooral vanzelfsprekend heeft gemaakt in de scholen.
-
-
-
Beroepstrots als bron voor burgerschap: Burgerschapsvorming in het vmbo
Auteurs: Yvonne Leeman & Monique VolmanSamenvattingDit artikel doet verslag van een beschrijvend onderzoek naar de burgerschapsdoelen die leraren in de beroepsgerichte vakken in de bovenbouw van het vmbo in hun lessen nastreven en de wijze waarop ze aan die doelen werken. Vijftien vakleraren, werkzaam in diverse sectoren werden geïnterviewd. De leraren zeggen weinig bezig te zijn met burgerschap als thema en doel. Tegelijkertijd besteden ze wel aandacht aan maatschappelijk verantwoord handelen en aan zelfkennis, vaardigheden en houdingen die te maken hebben met de relatie van de leerling tot anderen en de samenleving. In de context van het leren in levensechte beroepscontexten werken ze onder meer aan samenwerken, een goede werk- en beroepshouding en, met name in het geval van het technisch onderwijs, gezamenlijke zorg voor en reflectie op de kwaliteit van het werk. In de discussie gaan we in op de mogelijkheden voor een, in vergelijking tot algemene vormen van onderwijs, relatief eigen karakter van burgerschapsvorming in het vmbo en leggen een relatie met Sennetts visie op vakmanschap als burgerschap.
-