- Home
- A-Z Publications
- Tijdschrift voor Taalbeheersing
- Previous Issues
- Volume 32, Issue 2, 2010
Tijdschrift voor Taalbeheersing - Volume 32, Issue 2, 2010
Volume 32, Issue 2, 2010
-
-
Visuele Hyperbolen
Authors: Joost Schilperoord & Alfons MaesAlledaags taalgebruik is vergeven van moedwillige overdrijvingen (vergrotingen of verkleiningen) van een bepaald onderdeel van de betekenis. Moeiteloos zeggen en begrijpen we zinnen als Ik heb haar al in geen eeuwen gezien, Ik heb haar op een haar na gemist of Er gingen nog wel 47.000 dingetjes mis, maar we zijn op de goeie weg. Voor retorici en taalkundigen zijn dit interessante uitdrukkingen omdat de mismatch tussen wat wordt gezegd en wat wordt bedoeld door taalgebruikers als relevant wordt begrepen en niet, wat het feitelijk zijn, als leugens. In deze bijdrage analyseren we visuele hyperbolen in advertenties en politieke cartoons. We analyseren de eigenschappen van verbale hyperbolen, en passen die toe op visuele hyperbolen. De slotsom is dat visuele hyperbolen veelal worden gerealiseerd door de manipulatie van de omvang van een object, en die omvang blijkt in staat om een breed scala aan betekenissen te kunnen oproepen.
-
-
-
Veldwerkverslag: onderzoeksmateriaal verzamelen bij de Amsterdamse politie
More LessOm gespreksanalytisch materiaal te verzamelen bij de Amsterdamse politie heb ik meegelopen met een politieteam waar ik verhoren mocht observeren en opnemen. In dit artikel beschrijf ik deze materiaalverzamelingsfase. De lange tijd die nodig was om toestemming te krijgen om politiemateriaal te verzamelen lijkt niet in verhouding te staan met de snelle toegang tot de Amsterdamse politie. Eenmaal ‘binnen’ was het van belang om zo goed mogelijke relaties te onderhouden met de onderzochten om mijn veldwerk goed te laten verlopen. Het was belangrijk om vertrouwen te winnen, ervoor te zorgen dat het onderzoek niet negatief werd beïnvloed, me bewust te zijn van mijn tijdelijke aanwezigheid en mijn afhankelijkheid van de onderzochten. De pogingen die ik deed om een goede relatie te onderhouden hebben ervoor gezorgd dat het wantrouwen tegenover mij door de tijd heen verminderde. Hoewel mijn relaties met de politie sterker werden, werd ik ook geconfronteerd met verschillende problemen gedurende mijn veldwerkperiode. De observer’s paradox (Labov, 1972) speelt altijd een rol in dit soort situaties. Als onderzoeker in het veld heb je verschillende keuzes in hoe je hiermee omgaat. Mijn fysieke aanwezigheid evenals de aanwezigheid van de audiorecorder probeerde ik zo veel mogelijk te compenseren door het optimaliseren van mijn zitpositie en door de juiste balans te vinden in het maken van aantekeningen. Mijn aanwezigheid zorgde ook voor andere problemen, zoals de problemen die ik als onderzoeker ervoer door de verschillende rollen die ik toegewezen kreeg door zowel agenten als verdachten: expert, onderzoeker en student. De rollen die ik mezelf toewees waren die van politiehandlanger of onderzoeker zonder functie in de verhoorkamer. Dit leidde soms tot frustraties en ongemakkelijkheid en ik maakte me zelfs zorgen om mijn eigen anonimiteit. Dit artikel laat zien dat de onderzoeker in het veld keuzes heeft om met dit soort moeilijkheden om te gaan. Ik hoop hiermee toekomstige of huidige gespreksanalisten enthousiast te maken om veldwerk uit te voeren en nieuw materiaal te verzamelen.
-
-
-
Is het aanpassen van advertenties aan culturele waarden in West-Europa zinvol?
More LessEen prominente lijn van onderzoek naar cultuur en reclame wordt gevormd door experimenten waarin advertenties met cultureel aangepaste waardeappels worden vergeleken met advertenties met cultureel onaangepaste waardeappels. Uit een eerdere meta-analyse van bestaande experimenten bleek dat aangepaste advertenties overtuigender zijn en meer gewaardeerd worden dan onaangepaste advertenties, maar dat dit effect niet optrad voor West-Europese proefpersonen (Hornikx & O’Keefe, 2009). Een oorzaak hiervoor ligt mogelijkerwijs in de gebruikte waardedimensies: in studies met Europese proefpersonen werden waardeappels nauwelijks aangepast aan individualisme – collectivisme, terwijl andere studies met deze waardedimensie juist aanpassingseffecten vonden. In een nieuwe serie experimenten werd daarom nagegaan of advertenties met een aangepast individualistisch waardeappel in West-Europese landen effectiever waren dan advertenties met een onaangepast collectivistisch waardeappel. Een meta-analyse van deze experimenten laat zien dat ook aanpassing aan individualisme – collectivisme geen voordeel oplevert in advertenties voor West-Europese proefpersonen.
-
-
-
Een leesbare bijsluiter
Authors: L.R. Lentz & H. Pander MaatDe medische bijsluiter is een veel bekritiseerd genre. Toch is op Europees niveau vastgelegd dat bijsluiters leesbaar moeten zijn. Bijsluiters voor nieuwe geneesmiddelen moeten zelfs getest worden voordat het middel op de markt mag worden toegelaten. Er is een norm gesteld dat 80% van alle vragen goed beantwoord moet zijn. In dit artikel wordt een onderzoek beschreven dat is uitgevoerd op drie bijsluiters bij veel gebruikte geneesmiddelen. Dit onderzoek betrof een test, een revisie en een tweede test, met als doel na te gaan of expertise vanuit de taalbeheersing zou kunnen helpen om de problemen van lezers in de eerste test op te lossen. In totaal werkten 268 proefpersonen mee aan dit onderzoek. Hen werd verzocht om specifieke passages op te zoeken die antwoord zouden kunnen geven op scenariovragen. Daarmee werd de zoektijd en het zoeksucces gemeten. Vervolgens werd het begrip van de passage getest. Ten slotte werd de waardering van de bijsluiter gemeten. De test van de originele bijsluiters liet zien dat proefpersonen vooral moeite hadden met het vinden van de relevante passages, hoewel er ook begripsproblemen waren. Geen van de drie bijsluiters haalde de Europese norm van 80% succes op vinden en begrijpen. Met onze revisies werd flinke winst geboekt. Nu haalden twee van de drie bijsluiters de Europese norm. Er was een significante tijdwinst in het zoeken van ongeveer één minuut naar 40 seconden per vraag. Ook het begrip van de relevante passages was significant gestegen. Proefpersonen waardeerden de revisies ook significant hoger dan de originele teksten. Voor één tekst is het onderzoek herhaald met een vouwblad als presentatievorm, om na te gaan of presentatieformaat (A4 of vouwblad) van invloed was. Dat was bij de revisies niet het geval, maar bij de originele teksten was er een klein verschil. Het Ministerie van VWS verleende een opdracht om adviezen te ontwikkelen die zouden bijdragen aan de begrijpelijkheid van de bijsluiter. Drie adviezen worden besproken: een voor de vertaling van de Europese template, een advies voor de testprocedure en een reeks schrijfadviezen voor auteurs van bijsluiters.
-
-
-
De onderkant van de retorica (2) - Het semiopragmatische ontwikkelingspatroon van discursief taalgebruik
By Marcel BaxIn het eerste deel van deze tweedelige bijdrage tot de ontwikkelingsgeschiedenis van het argumentatieve discours werd aan de hand van een vergelijking van de teksthandelingsstructuur van een scholastische quaestio uit Aquino’s Summa Theologiae met het universele taalhandelingsmodel van het rituele interactiegenre altercatio de hypothese uitgewerkt dat het rituele twistgesprek in tekstpragmatisch opzicht model heeft gestaan voor de disputatio, het in de klassieke oudheid en de Europese middeleeuwen toonaangevende discursieve genre. In dit tweede deel wordt in nauwe aansluiting bij het voorgaande (maar in breder cultuurhistorisch verband) betoogd dat verbaal-rationele methoden om (potentiële) conflicten op te lossen in relevante opzichten voortbouwen op pre-rationele, zo niet proto-argumentatieve vormen van rituele geschilbeslechting.
-
Most Read This Month
Most Cited Most Cited RSS feed
-
-
Fatale spelfouten?
Authors: Frank Jansen & Daniël Janssen
-
- More Less