Gedrag & Organisatie - Volume 28, Issue 1, 2015

Editorial

This editorial offers an introduction to the current issue.

Samenvatting

In dit artikel beschrijven we de voorkeuren voor baan- en organisatiekenmerken van jonge baanzoekers en presenteren hiervoor een meetinstrument. De voorkeuren achterhaalden we in focusgroepen met meer dan 400 jongeren uit het vmbo, mbo en hbo. In de focusgroepen kwamen veel van de baan- en organisatiekenmerken naar voren die in eerder onderzoek al benoemd zijn, maar deze kenmerken lijken op een andere manier te worden gedefinieerd en andere aspecten van de kenmerken lijken belangrijk te zijn. In de focusgroepen lijkt daarnaast onder jonge baanzoekers veel waarde te worden gehecht aan duidelijkheid, structuur en ontwikkeling. Op basis van de uitkomsten van de focusgroepen is een vragenlijst ontwikkeld die door meer dan 1700 jongeren is ingevuld. De psychometrische kwaliteiten en betrouwbaarheid van de vragenlijst zijn onderzocht en de eerste resultaten laten zien dat de verschillende constructen die gemeten worden met behulp van de vragenlijst voldoende betrouwbaar zijn.

Samenvatting

Mensen met een roeping ervaren hun werk als zinvol. Roeping leidt tot een verhoogde motivatie voor het werk en zou daardoor met minder emotionele uitputting kunnen samenhangen. Ook het gerelateerde begrip spiritualiteit zou negatief samenhangen met emotionele uitputting. Roeping zou ook de relatie tussen emotionele belasting en uitputting kunnen modereren.Bij 235 medewerkers in de geestelijke gezondheidszorg werd dit onderzocht. Spiritualiteit overlapte slechts in geringe mate met roeping. Verder bleek er een positieve samenhang te zijn tussen emotionele belasting en emotionele uitputting en een negatieve samenhang tussen roeping en emotionele uitputting. Roeping verklaarde vier procent van de variantie in emotionele uitputting, maar modereerde de relatie tussen emotionele belasting en emotionele uitputting niet. Eén aspect van spiritualiteit, verbondenheid met ‘het zelf’, hing ook negatief samen met emotionele uitputting. Mensen met een roeping zijn dus niet op een speciale manier beschermd tegen emotionele belasting, maar hebben wel minder last van emotionele uitputting.

Samenvatting

Dit artikel doet verslag van de betrouwbaarheid, dimensionaliteit en divergente validiteit van de Nederlandse Passieschaal, die is gebaseerd op het Dualistisch Passiemodel (DMP) van Vallerand (2010). Het DMP maakt onderscheid tussen harmonieuze en obsessieve passie. Elk passietype is gerelateerd aan verschillende antecedenten en (werk)uitkomsten. Harmonieuze passie toont doorgaans een verband met adaptieve, positieve uitkomsten, zoals welbevinden en tevredenheid; obsessieve passie met negatieve uitkomsten, zoals laag welbevinden en verslaving. In het huidige onderzoek is zowel passie voor werk als voor niet-werkgerelateerde activiteiten bestudeerd. Werknemers (N = 116) van een Nederlands technologisch bedrijf vulden digitaal een vragenlijst in. De analyses toonden voor alle passieschalen (Harmonieuze/Obsessieve Passie voor Werk; Harmonieuze/Obsessieve Passie voor een niet-werkgerelateerde Activiteit) een hoge Cronbach’s alpha betrouwbaarheid aan, maar plaatsten vraagtekens bij de dimensionaliteit van de schalen. Er lijkt in voldoende mate sprake van divergente validiteit: de Harmonieuze Passie voor Werk-schaal is geen alternatief instrument voor de Utrechtse Werkbevlogenheidsschaal (UWES), hoewel er wel sprake was van een sterke correlatie tussen deze instrumenten. In de discussie worden aandachtspunten en aanbevelingen voor verder onderzoek en voor de praktijk besproken.

De redactie bedankt de onderstaande reviewers hartelijk voor het beoordelen van manuscripten in 2014.